Superman is wel super, maar daarom nog niet heilig
De kerk haalt heiligheid uit de kast. Recent werden we aangespoord om heilig te worden door paus Franciscus, de synodevaders en onze aartsbisschop.
Er bestaat een gedachte over het heilige waar geen enkele theoloog om heen kan. En toch is het een gedachte die we in het dagelijkse spreken over heiligen en heiligheid voortdurend vergeten. Zelfs verdringen, durf ik te zeggen.
Die gedachte werd in 1917 geformuleerd door Rudolf Otto in zijn boek Het Heilige, een beschouwing over het irrationele in de idee van het goddelijke en de verhouding ervan tot het rationele. Otto is op dat moment hoogleraar systematische theologie aan de Evangelisch-Theologische Faculteit van Marburg.
De fameuze gedachte komt hier op neer.
Er is iets dat leeft in alle religies als haar meest oorspronkelijke ervaring dat niet past in rationele begrippen of morele regels. Dat iets is waar het woord ‘Heilig’ oorspronkelijk naar verwijst.
Otto’s eigen ervaring van het heilige
Rudolf Otto kreeg het idee voor zijn boek toen tijdens een synagogedienst in Marokko plotseling het Heilig klonk dat ook in de katholieke mis gezongen wordt:
Heilig, heilig, heilig
de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hij vertelt over die ervaring: ‘In welke taal dan ook, deze woorden, de hoogstverhevene ooit door menselijke lippen gevormd, raken je in het diepst van je ziel, met een machtige huivering het mysterie van die andere wereld die erin verborgen ligt oproepend en openbarend.’
Een nieuw woord
In het gewone spreken heeft heiligheid een heel andere betekenis gekregen. Een heilige zien we als iemand die buitengewoon goed leefde, een morele superman (of -vrouw). Moeder Theresa bijvoorbeeld. Heilig is de overtreffende trap van het moreel goede geworden: goed, beter, heilig. Volgens Otto is dat een verbastering en een reductie van heiligheid.
Omdat het dagelijkse en theologische spreken over het heilige zo verweven is met rationaliseren en moraliseren, stelt hij een nieuw woord voor om de oorspronkelijke bewogenheid door het heilige aan te duiden: het numineuze.
Een nodeloos vreemd woord misschien. De coaches in The Voice noemen het eenvoudiger het snikske in een stem. Iets ruws, ongepolijst, onverwacht, ondefinieerbaar, iets dat volgens de regels van de zangtechniek niet mag, maar dat tegelijkertijd de vertolking echt maakt.
In elk streven naar en spreken over heiligheid zou dat snikske moeten zitten. Als alles klopt als een bus, is het weg.
Het snikske herinnert ons eraan dat denken, doen, beheersen, verklaren in het religieuze altijd secundaire zaken zijn, afgeleiden. Op de eerste plaats komt een bewogenheid die we niet kunnen presteren en niet kunnen uitleggen.
Het heilige kunnen wij niet grijpen, het grijpt ons aan. De heilige laat zich aangrijpen. Dat is een heel ongemakkelijk inzicht en ook de reden waarom we het altijd weer verdringen.
Het heilige voelen
Het heilige onttrekt zich wel aan ons rationaliseren en moraliseren, maar niet aan ons gevoel. Rudolf Otto verkent in zijn boek verschillende gevoelservaringen die verwijzen naar het heilige.
- ontzag dat ‘er iets is’
- nietigheid een schepsel te zijn
- huiver voor een mysterie dat alle schepselen te boven gaat
- het fascinerende
- wonder, verwondering
- afgrijzen voor de afgrond in de ziel
- het buitensporige
- de ‘toorn’ van God
- het grandioze en het verhevene
- overmacht en ongenaakbaarheid
- het rusteloos werkende, dringende, levende
- verbijstering en ontzetting
- het ongerijmde, de ontkenning
- jubel, fascinatie, euforie
Otto’s schrijfstijl is wat academisch en ondertussen wat gedateerd. Maar in elk hoofdstuk is er wel een sprankelende zin die het hart van de religieus gevoelige ziel doet opspringen van herkenning.
Het is goed om zich te blijven herinneren dat het heilige in ons leven ontspringt aan irrationele ervaringsbronnen. Een verlangen naar ‘ik weet niet wat’. Verliezen we het contact daarmee dan droogt de stroom van het religieuze leven snel op.
Geïnteresseerd?
Rudolf Otto. Het Heilige: een beschouwing over het irrationele in de idee van het goddelijke en de verhouding ervan tot het rationele. Abraxas, 2012, ISBN 9789080730014, 311 pagina’s, 28,50 euro. Bestel op Kerknet