10 jaar cel voor gedwongen bekering in India
De katholieke Kerk reageert ontgoocheld op de nieuwe antibekeringswet van de Indiase staat Himachal Pradesh. De deelstaat had in 2019 nog een wet goedgekeurd voor de bescherming van de godsdienstvrijheid. Deze maand zijn er enkele aanpassingen van die wet goedgekeurd. Die moeten beletten dat mensen die zich tot het christendom bekeren nog van de voorrechten kunnen genieten die aan de kaste van hun familie zijn verbonden, zoals extra kansen op tewerkstelling in het onderwijs of bij de overheid. De maximumstraf voor 'gedwongen bekeringen' wordt tegelijk verhoogd tot tien jaar gevangenis. Daarbij wordt voortaan ook elke ceremonie met de bekering van meer dan een persoon als een ‘massale bekering’ beschouwd. Wie zich tot een andere godsdienst wil bekeren moet dat voortaan minstens een maand vooraf aan een overheidsambtenaar melden.
Volgens bisschop Ignatius Loyola Mascarenhas van Shimla-Chandigarh is de nieuwe wet ongemeen streng. Hij ontkent dat de katholieke Kerk tracht om mensen met externe druk, manipulatie, dwang, verlokking, beïnvloeding, frauduleuze middelen of huwelijken tot het katholicisme te bekeren. De staat Himachal Pradesh wordt geregeerd door de Bharatiya Janata Partij (BJP) van de Indiase premier Modi, die sinds 2014 aan de macht is. 95% van de 6,8 miljoen inwoners van de staat is hindoe.
Hindoenationalisten spreken over een belangrijke overwinning in de strijd tegen 'illegale bekering'. Zij beschuldigen christelijke groepen ervan dat zij hun sociale diensten gebruiken om Indiërs te bekeren.
Bron: Crux
