De opstellers van de Verklaring, onder wie de rooms-katholieke bisschop van 's Hertogenbosch, Gerard de Korte (foto), vinden dat moet worden erkend dat ‘God een weg is gegaan’ met de reformatorische, baptistische en pentecostale kerken. De afsplitsing van de moederkerk kan weliswaar worden beschouwd als iets wat indruist tegen Gods wil, toch kan er wellicht sprake zijn van een ‘gelukkige schuld’ (Latijn: felix culpa), aldus de Verklaring.
Kerkscheuringen zouden dan een goede diversiteit hebben bewerkstelligd.
‘Wij realiseren ons dat de breuk tussen Rome en Reformatie niet zomaar als misverstand kan worden afgedaan en dat er verschillen aan ten grondslag lagen die met wezenlijke elementen van de expressie en vormgeving van het geloof te maken hadden. Deels bestaan die er nog, met name over kerk en ambt.’
Drie-eenheid
Ondanks de wezenlijke verschillen in geloofsopvattingen delen katholieken en protestanten het geloof in de drie-ene God en in Jezus Christus, de Zaligmaker en het ene Hoofd van de Kerk, aldus de tekst.
En: ‘Wij geloven in de werkelijke aanwezigheid van Christus in eucharistie/avondmaal, wij geloven in de betekenis van het ambt als representatie van Christus en als teken van verbondenheid met het geloof van de ene kerk.’
In de Verklaring wordt aangegeven dat de oorspronkelijke aanleiding van de Reformatie, de kwestie van de rechtvaardiging, in feite al is opgelost. De 21 theologen vragen zich daarom af:
‘Is wat ons nu nog scheidt, werkelijk kerkscheidend?’
In de Verklaring worden ook veel vragen gesteld, zoals: zou er binnen de ene kerk een ‘protestantse ritus’ mogelijk zijn? ‘Of is dat een onbegaanbare weg en zullen andere modellen moeten worden overwogen?’
Het platform betreurt het dat ‘we’ liever de kerkelijke gescheidenheid in stand willen houden en luisteren naar historische wetten dan gehoorzamen ‘aan de wetten van de Geest’.
Bron: KRO/NCRV