Archeologen vinden kostbare schatten bij graf van Salome
Archeologen van de Israëlische Dienst voor de Antieke Oudheid (IAA) hebben kostbare vondsten gedaan bij opgravingen op het voorplein van de grot van Salome, volgens een apocriefe christelijke, buitenbijbelse overlevering de ‘vroedvrouw van Jezus'. De opgravingen gingen vooraf aan de publieke openstelling van de grot. Volgens archeoloog Zvi Firer trof het team van Israëlische archeologen bij de naar schatting 2.000 jaar oude graftombe en het aanpalende Byzantijnse bedevaartsoord in de heuvels ten zuidwesten van Jeruzalem complex gesneden olielampen aan. Bedevaarders konden die olielampen huren, de grot binnengaan en er bidden. Ze gaven daarna bij het verlaten van de grot de olielamp terug. Wij hebben tientallen ingewikkeld gesneden olielampen met versieringen van planten en bloemen teruggevonden. Ze zijn van onschatbare waarde.
Volgens een christelijke overlevering was Salome een vroedvrouw uit Bethlehem, die opgeroepen werd om aan de geboorte van Jezus deel te nemen.
Zvi Firer: Volgens de overlevering kon zij niet geloven dat ze gevraagd was om een maagdelijke baby ter wereld te brengen. Haar hand werd droog en ze genas pas toen ze de wieg van de baby vasthield.
Het grafgrotcomplex dateert uit de 1ste eeuw. Op de plek werd een Byzantijnse kapel gebouwd, die daarna eeuwenlang dienst deed als een bedevaartsoord en plaats van verering. De kruisen en inscripties in het Grieks en Arabisch maken duidelijk dat het heiligdom aan Salome was toegewijd. De tombe werd in 1982 door plunderaars ontdekt en in 1984 door een team van de IAA onder leiding van prof. Amos Kloner opgegraven.
Ondanks bewijzen dat de locatie eeuwenlang dienst deed als christelijk heiligdom was de locatie nog niet eerder voor het publiek opengesteld.
Bron: IAA/Times of Israël/AP