Augustijnenkerk van Roeselare wordt plechtig heropend

De Roeselaarse augustijnenkerk zal na de grondige restauratie niet alleen voor vieringen, maar ook voor lezingen en concerten dienst doen.
17/05/2019 - 16:00
De augustijnenkerk in Roeselare
De augustijnenkerk in Roeselare © Onroerend Erfgoed / Eelkje Vanderhispallie

Vanavond worden in aanwezigheid van Vlaams minister-president Geert Bourgeois en burgemeester Kris Declercq van Roeselare de augustijnenkerk en het Klein Seminarie van Roeselare na een grondige renovatie heropend. De huidige kerk werd gebouwd tussen 1725 en 1749. In het college zelf lopen vandaag 1.600 leerlingen school, die op hun campus keuze hebben uit een ruim aanbod aan studierichtingen.

Het gebouwencomplex heeft een rijke geschiedenis, die teruggaat tot het gasthuis aan de Mandel, gesticht door Margaretha van Constantinopel uit 1245. In 1634-1635 schonk de hertog van Pfalz-Neuburg, heer van Wijnendaele en Roeselare, de gasthuisgoederen aan de Gentse augustijnen die er vanaf 1641 Latijns onderwijs zouden verstrekken en er vanaf 1642 een klooster aan de Zuidstraat bouwden. Dat klooster diende later, tijdens de Franse bezetting van 1667-1713, als toevluchtsoord voor de bevolking. In 1796-1797 werd het klooster afgeschaft. Maar de augustijnen slaagden erin om de gebouwen opnieuw te verwerven tijdens een openbare verkoop in 1797. Zij zouden er ook een pensionaat inrichten. De kloosterlingen zouden de gebouwen in 1806 afstaan aan de bisschop van Gent voor de oprichting van een Bisschoppelijk College of Klein Seminarie. In 1918 sloeg het noodlot echter toe en brandde een groot gedeelte van het Klein Seminarie af na een geallieerde granaataanval. Van de kerk hielden na de brand alleen de muren en het bakstenen gewelf stand. Pas in de jaren 1920 werd met de herstellingen gestart.

In 1999 werd in samenwerking met de Vlaamse overheid werk gemaakt van de renovatie van het dak van het oude gebedshuis. Sinds een jaar onderging het interieur van de augustijnenkerk op de campus van het Klein Seminarie aan de Zuidstraat een grondige renovatie en restauratie. Daarbij werd het beschermde gebouw in afspraak met Onroerend Erfgoed heringericht zoals in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Dat impliceerde dat ook het volksaltaar, dat er in 1963 in de geest van hetTweede Vaticaans Concilie werd geplaatst, moest verwijderd worden. De elektriciteit werd volledig vernieuwd en de authentieke tegels zijn teruggelegd. De renovatie kostte 745.740 euro. Daarvan nam de Vlaamse Overheid  549.320 euro op zich.

Bron: Onroerend Erfgoed