Baanbrekend vonnis in Iran biedt hoop voor godsdienstvrijheid

Het Iraanse Hooggerechtshof oordeelde dat het lidmaatschap van een huiskerk geen bedreiging vormt voor de nationale veiligheid.
09/12/2021 - 16:01
Teheran in de winter
Teheran in de winter © Wikipedia

In het verleden werden christenen in Iran met de regelmaat van de klok veroordeeld op basis van de fameuze artikelen 498 en 499 van het Islamitische Wetboek van Strafrecht, die gaan over het lidmaatschap van staatsvijandige organisaties en de bedreiging van de nationale veiligheid. Daarin lijkt nu verandering te komen. Verschillende organisaties die zich inzetten voor de mensenrechten en de godsdienstvrijheid spreken voorzichtig over een mogelijke belangrijke doorbraak.

Dit is potentieel een mijlpaal voor rechtszaken tegen Perzisch sprekende Iraanse christenen. Mansour Borji (Open Doors)

Het Iraanse Hooggerechtshof heeft immers geoordeeld dat het lidmaatschap van een huiskerk burgers niét tot staatsvijand maakt. Een lagere rechtbank had eerder nochtans negen bekeerde christenen veroordeeld tot jarenlange gevangenisstraffen, op basis van hun lidmaatschap van een huiskerk. Ze werden ook nog eens aangeklaagd wegens bekeringsactiviteiten (proselitisme). Het Hoogegerechtshof oordeelt nu dat de rechtbank een fout beging door hen te veroordelen wegens bedreiging van de nationale veiligheid. Ook de aanklacht van bekeringsactiviteiten, louter op basis van hun lidmaatschap van een huiskerk waar zij hun geloof met elkaar deelden, wordt door de hoogste rechtbank afgewezen.

Bron: Open Doors/Christian Today