Benedictus XVI verdedigt abdicatie
Ik begrijp heel goed de grote pijn die het einde van mijn pontificaat u en vele anderen heeft bezorgd. Maar de pijn is bij sommigen – naar het mij voorkomt – ook bij u tot woede geworden. Een woede die niet alleen meer louter te maken heeft met mijn terugtreden, maar zich almaar meer op mijn persoon en mijn pontificaat als geheel richt. Zo wordt het pontificaat zelf gedevalueerd en versmolten met het verdriet over de situatie van de Kerk in de wereld van vandaag. Dat schrijft emeritus paus Benedictus XVI in een van de 2 brieven over zijn opmerkelijke ontslag als paus, die donderdag door het Duitse weekblad Bild publiek werden gemaakt.
In de brieven uit 2017 reageert de voormalige paus op de felle kritiek van de Duitse kardinaal en kerkhistoricus Walter Brandmüller in een interview. Die had de Duitse paus daarin verweten dat hij de oorzaak zou zijn van de diepe crisis in de rooms-katholieke Kerk. Benedictus XVI herinnert eraan dat er in de loop van de kerkgeschiedenis al eerder pausen zijn teruggetreden. Hij verdedigt ook zijn volledige terugtrekking uit het openbare leven, omdat er zo geen twijfel bestaat over wie er nu wel of niet aan het hoofd staat van de Kerk.
Bild legt een verband tussen het door de emeritus paus genoemde voorbeeld van Pius XII die vreesde in handen te vallen van de nazi’s en een opmerkelijke zin die hij uitsprak aan het begin van zijn pontificaat in 2005: Bid dat ik niet vlucht voor de wolven. Volgens Vaticaankenner Armin Schwibach verwees Benedictus XVI met die uitspraak naar hooggeplaatste kerkvorsten die in het Vaticaan een systeem van macht en machtsmisbruik gecreëerd hebben waartegen hij zich niet opgewassen zag. Dat zou hem, samen met zijn gezondheidsproblemen, uiteindelijk tot zijn opmerkelijke terugtreden bewogen hebben.
Bron: I.Media/Katholiek Nieuwsblad/Kathpress.at