Bisschop Varden: Kuisheid is taboe geworden
Erik Varden, de voormalige cisterciënzerabt en bisschop in Midden-Noorwegen, heeft een opmerkelijk boek geschreven over kuisheid. Dat, zo bemerkt hij, is een onderwerp dat ons vandaag doet blozen. Dat terwijl er in onze samenleving ongegeneerd over seks wordt gepraat. Maatschappelijk kwam de ommekeer met de cultuurstrijd in de jaren zestig, toen experts bleven waarschuwen voor de schadelijke gevolgen van seksuele remming.
Varden (49) werd in 1974 in Noorwegen geboren. Hij studeerde in Cambridge en Parijs. In 2002 trad hij binnen in de Sint-Bernardusabdij van de orde van de cisterciënzers van de strikte observantie in het Britse Leicester. In 2011 studeerde hij af in de patristiek aan het Oosters Instituut in Rome. In april 2015 werd hij abt van een abdij van zijn orde in Leicester. In eigen land is hij ook bekend als spiritueel schrijver, geleerde, muzikant en bierliefhebber. Hij hielp zelfs om mee het recept samen te stellen van het nieuwe Magnus-bier, dat genoemd is naar de 12e-eeuwse martelaar St. Magnus van Orkney.
De verguisde en vaak bespotte kuisheid is een ambitieuze deugd. Erik Varden.
Varden kant zich in zijn boek ‘Kuisheid. Verzoening van de zintuigen’ tegen de bekoring om kuisheid tot het celibaat en de daarmee vaak samenhangende negatieve houding en afwijzing van seksualiteit te reduceren. ‘Ik wil laten zien dat kuisheid een interessanter en genereuzer begrip is dan mensen geneigd zijn te veronderstellen. In de Latijnse Oudheid was het bijvoeglijk naamwoord ‘castus’ een synoniem voor ‘geheel getal’. Kuis zijn betekent integriteit hebben, heel zijn. Dit soort heelheid komt tot stand in zoverre ik die elementen in mij integreer die om welke reden dan ook gefragmenteerd kunnen zijn. Doorheen de eeuwen werd echter de intrinsieke waarde van zelfbeheersing en een beredeneerde omgang met instinct in diskrediet gebracht.’
Hernieuwde betrokkenheid
Varden bemerkt dat kuisheid en celibaat geen uitvinding zijn van de kerk en ook al lang daarvoor bestonden. Historisch wordt het vaak in verband gebracht met een dualistische houding waarbij lichamelijke begeerten, sensualiteit, seks en alles wat ons aan onze dierlijke natuur herinnerde als onwaardig werden bestempeld. De kerk is in die dualistische val getrapt, ook al werd kuisheid in de eerste eeuwen van het christendom en vooral in het monnikendom als een deugd en niet als een discipline benaderd. ‘Onderdrukte, niet erkende vitale energieën vonden manieren om in opstand te komen, wat in de ergste gevallen heeft geleid tot gespleten, roofzuchtige wezens. Een hernieuwde betrokkenheid bij het kuise ideaal kan een pedagogie zijn voor een integraal leven en kan ook een rol spelen in het cruciale werk van bescherming.’
‘Wanneer theologen en geestelijken spreken over seksuele moraal en kuisheid, krijgt men soms de indruk dat zij zelf nooit, gedurende enige tijd, in een menselijk lichaam hebben gewoond. Het discours wordt gemakkelijk abstract en geïdealiseerd – nog een voorbeeld van de dualistische trend (…) Het is mijn voorrecht en vreugde om anderen te begeleiden in hun streven om te groeien in volwassenheid en gratie. Ik hoop dat dit boek zowel een verslag zal geven van het doel dat we moeten bereiken als praktisch advies, voortkomend uit ervaring, over hoe we dat kunnen bereiken.
Bron: The Pillar