Bosnië-Herzegovina: Vrede, maar ook verdeeldheid
De bisschop van Mostar maakt na dertig jaar een strenge balans op van de situatie in Bosnië-Herzegovina. Officieel is de vrede teruggekeerd. ‘Maar de spanningen blijven’, zegt Petar Palić, bisschop van Mostar-Duvno en apostolisch administrator van Trebinje-Mrkan in Bosnië en Herzegovina.
Het Dayton-akkoord uit 1995, waarmee een einde kwam aan de burgeroorlog, had positieve en negatieve kanten. ‘De positieve kant is dat het de oorlog heeft beëindigd. De negatieve kant is dat het land werd verdeeld en bovendien werd verdeeld door een macht van buitenaf. Als je 49 procent van de oppervlakte geeft aan een bevolking die 35 procent van de burgers uitmaakt en 51 procent aan de rest overlaat, dan is dat onrecht. (…) Op papier zijn wij een vrije en soevereine staat. Maar in werkelijkheid zijn wij nog steeds een protectoraat met een Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties, die vandaag de dag nog steeds over wetten kan beslissen.
‘De wonden van de oorlog zijn er nog steeds. Ik beschouw het als mijn belangrijkste opdracht om de wonden te helen.’
De bisschop in Mostar herinnert eraan dat zijn stad zwaar heeft geleden in de Bosnische oorlog als gevolg van religieuze spanningen tussen katholieken, orthodoxen en moslims. Recent had hij in Mostar een ontmoeting met de moslimmoefti van Mostar en de orthodoxe bisschop. ‘Ik heb verteld dat wij de enige stad zijn van Bosnië-Herzegowina met een interreligieuze dialoog. Met wie kan je een interreligieus overleg hebben in Sarajavo (waar 95% moslim is – ook al is er daar een katholieke aartsbisschop en een orthodoxe bisschop) of in Banja Luka (waar 95% Servisch-orthodox is). Mostar bestaat vandaag voor 48 procent uit katholieke Kroaten, voor 44 procent uit moslim-Bosniërs en voor ongeveer 3 tot 5 procent uit orthodoxe Serviërs.’
Bron: Domradio/Renovabis