Congregatie voor de Geloofsleer wordt hervormd

Paus Franciscus heeft vandaag het motu proprio Fidem servare (Het geloof behouden) gepubliceerd voor de vereenvoudiging van de werking en de hervorming van de interne structuur van de Congregatie voor de Geloofsleer, als onderdeel van zijn hervormingen van de Romeinse curie. Het decreet wordt meteen van kracht. 

Voortaan telt de oudste congregatie van het Vaticaan, de geestelijke erfgenaam van deHeilige Romeinse en Universele Inquisitie die in 1542 als eerste congregatie van het Vaticaan door paus Paulus III (1534-1549) werd opgericht, nog maar twee secties. De eerste is verantwoordelijk voor de bescherming en bevordering van de katholieke geloofsleer en moraal. Ook de afdeling voor de ontbinding van huwelijken, voorheen een derde onafhankelijke afdeling, wordt hiervan voortaan een integraal onderdeel. De tweede afdeling blijft verantwoordelijk voor tuchtzaken, met name procedures voor vermeend misbruik door administratief personeel. De tuchtafdeling behandelt door middel van het Tuchtcollege de misdaden die aan het voormalige Heilig Officie zijn voorbehouden en door haar worden behandeld onder de jurisdictie van het daar gevestigde Opperste Apostolische Tribunaal. De congregatie wordt geleid door een prefect en twee secretarissen, die elk voor een sectie - de leerstellige en de disciplinaire - verantwoordelijk zijn. 

Paus Franciscus bekrachtigt in het motu proprio het aan de congregatie toegekende mandaat om niet alleen het katholieke geloof te bewaken, maar ook om de leer ervan te bevorderen en verder te ontwikkelen, vooral met betrekking tot de uitdagingen waarvoor de wetenschappelijke vooruitgang en maatschappelijke ontwikkelingen het geloof stellen. Ze onderzoekt ook documenten die door andere dicasteries worden gepubliceerd, net als alle geschriften en meningen die problematisch lijken voor het ware geloof, waarbij ze de dialoog met de auteurs aanmoedigt en passende remedies voorstelt. Dat moet bijdragen tot de bevordering van de overdracht van het geloof en de evangelisatie, zonder afbreuk te doen aan het disciplinaire werk. 

Bron: VIS/Vaticannews.va/I.Media/KNA