Gent geeft slachtoffers van heksenvervolging eerherstel

Er werd een gedenkplaat ingehuldigd met de namen van 59 vermeende heksen die tussen 1364 en 1713 vervolgd werden.
09/11/2023 - 16:00
Heksen op de brandstapel, eind 16de eeuw
Heksen op de brandstapel, eind 16de eeuw © Wickiana Collectie, Zentralbibliothek Zürich

Eeuwen nadat sommigen op de brandstapel eindigden, heeft Gent eerherstel gegeven aan de slachtoffers van de heksenvervolging. In het Gentse Prinsenhof werd dinsdag een houten gedenkplaat ingehuldigd, met de namen van 59 vermeende heksen die tussen 1364 en 1713 vervolgd werden. Daarvan eindigden er 17 effectief op de brandstapel. De bijhorende QR-code geeft toelichting over de getroffenen en welke straf ze kregen. 

De lijst is opgesteld op basis van de historici Jonas Roelens (UGent) en Maartje van der Laak die in het stads- en rijksarchief op zoek gingen naar mogelijke slachtoffers. Volgens Jonas Roelens werd daarbij een ruime interpretatie gehanteerd van de term heks, omdat ook wie uiteindelijk werd vrijgesproken vaak nog jarenlang werd gestigmatiseerd.

De plaat bevat naast de namen van 44 vrouwen ook die van 15 mannen. Ook zij konden van hekserij beschuldigd worden – soms louter omdat zij niet voldeden aan de patriarchale normen van die tijd. Bij de beschuldigingen bleef overigens geen enkele sociale klasse gespaard, al zijn vrouwen en mensen die arm en gemarginaliseerd waren disproportioneel vertegenwoordigd.   


Kruiden

Volgens historici waren de Nederlanden vooral in de 16de en de 17de eeuw in de ban van de heksenwaan, hoewel al omstreeks 1430 de eerste heksenprocessen plaatsvonden. Historici schatten dat er in de Zuidelijke Nederlanden 1.150 mensen slachtoffer werden van heksenvervolging. Ter vergelijking: in Duitsland wordt gesproken over 60.000 heksenprocessen en tot 20.000 doden. Vooral vrouwen die zich met kruiden bezighielden, weduwe waren of op de een of andere reden uit de band sprongen werden geviseerd. 

Aanvankelijk bleef de vervolging in onze streken nog beperkt. Maar vooral tijdens de zestiende-zeventiende eeuw ging de bevolking in perioden van mislukking van de oogst, hongersnood en andere tegenslagen vaak al snel op zoek naar zondebokken. Veelal weerloze vrouwen werden maandenlang opgesloten en soms ook onderworpen aan verschrikkelijke martelingen. In vergelijking met sommige streken in Duitsland viel de heksenvervolging bij ons 'al bij al' nog mee. Dat was ook deels te danken aan het feit dat Leuvense theologen weigerden te zwichten voor de heksenwaan en vertikten om die academisch te onderbouwen.  

Bron: Stad Gent/Het Nieuwsblad