Hawking was ook lid van pauselijke academie
Stephen Hawking (1942-2018) is in zijn huis in Cambridge overleden. Dat is door zijn kinderen bekendgemaakt. Het overlijden van de Britse astrofysicus wordt ook in het Vaticaan betreurd. De wetenschapper leed al sinds 1963 aan de zenuwziekte amyotrofe laterale sclerose (ALS) en kon nog slechts met behulp een taalcomputer communiceren. Hij werd beroemd door zijn theorieën over zwarte gaten en zijn populair-wetenschappelijke boeken waarmee hij bedroeg tot de popularisering van de astronomie.
Zijn moed, doorzettingsvermogen, genialiteit en zijn humor hebben mensen over de hele wereld geïnspireerd. De kinderen van Hawking in het overlijdensbericht
Stephen Hawking maakte er nooit een geheim van dat hij ongelovig was. Zo verdedigde hij de stelling dat het heelal door de wet van de zwaartekracht spontaan uit het niets is ontstaan, zonder goddelijke scheppingsdaad. Hawking zocht soms ook openlijk het conflict met religie. Zo was hij ervan overtuigd dat er een fundamenteel verschil is tussen religie, die volgens hem gebaseerd is op autoriteit, en wetenschap, die gebaseerd is op observatie en redenering. Mijn doel is eenvoudig, zei hij ooit. Het is het totale begrip van het universum.
Hawking was een van de grootste wetenschappers aller tijden. Frankfurter Allgemeine Zeitung
Dat neemt niet weg dat de paus hem kon overtuigen om deel uit maken van de Pauselijke Academie voor Wetenschappen, die gevormd wordt door de beste hedendaagse wetenschappers onder wie verschillende Nobelprijswinnaars. Hawking kreeg ook de kans om paus Franciscus te ontmoeten en de academie ondanks zijn strijdende atheïsme toe te spreken. Dat hij zich bij de academie aansloot, was onder meer het gevolg van zijn diepe bezorgdheid over de toekomst van de aarde. Daarover vertelde hij ooit: Ik geloof dat het leven op aarde een risico loopt om te worden uitgeroeid door een catastrofe, het broeikaseffect, een nucleaire oorlog, een genetisch gemodificeerd virus of andere kwalen. We dreigen te verdwijnen en het zal allemaal onze schuld zijn.
Bron: La Repubblica