Kerk wil martelaarschap van monniken van Tibhirine erkennen

Twintig jaar geleden, in de nacht van 26 op 27 maart 1996, werden zeven trappisten van de priorij van Tibhirine ontvoerd. De monniken werden bijna twee maanden later, op 21 mei, wellicht door leden van de extremistische Algerijnse bevrijdingsbeweging GIA onthoofd. Maar ook 20 jaar na hun dood bestaat onduidelijkheid over de beulen en de redenen waarom de trappisten werden vermoord.

Complexe politieke context kan zaligverklaring vertragen

De Franse trappist Thomas Georgeon, die in 2013 tot postulator voor het proces voor hun zaligverklaring werd aangesteld, zegt dat de positio voor de erkenning van het martelaarschap van de zeven trappisten, bisschop Pierre Claverie en elf andere martelaars van Algerije vrijwel voltooid is. Die 7.000 pagina’s over de martelaars, die allemaal tussen 1994 en 1996 werden vermoord, bevatten een gedetailleerde biografie van elke kandidaat-martelaar en een beschrijving van zijn heroïsche deugdzaamheid en de gemoedsrust waarmee hij het martelaarschap heeft aanvaard.

De documentatie, aldus de postulator, wordt de komende weken naar de Congregatie voor de Heiligverklaringen in Rome gestuurd. Maar gezien de ingewikkelde en complexe politieke en geopolitieke context garandeert niets hun zaligverklaring, onderstreept pater Georgeon.

Apostelen van de dialoog

Het proces voor de zaligverklaring gaat om mgr. Pierre Claverie en 18 medestanders. Bisschop Claverie was een heuse apostel van de theologische dialoog en de ontmoeting, zegt pater Georgeon. Elk van de negentien martelaars had een groot respect voor de islam, een oprecht geloof en een sterke verbondenheid met de Algerijnse katholieke Kerk en haar zending bij de bevolking. Elke martelaar was gekenmerkt door een sterk gebedsleven, een ingrijpende innerlijke verandering en volledige overgave.

Bron: La Croix