Kopten schorten theologische dialoog met katholieke Kerk op
De verklaring Fiducia supplicans waarmee het Vaticaan de zegening van homokoppels mogelijk maakt, zorgt niet alleen voor verdeeldheid binnen de katholieke Kerk, maar vertroebelt nu ook de oecumenische relaties. Op 7 maart besliste de synode van de koptisch-orthodoxe Kerk, met 110 deelnemers onder leiding van de koptisch-orthodoxe paus patriarch Tawadros II, om de theologische relaties met de katholieke Kerk tot nader order op te schorten.
In een verklaring herhaalde de koptisch-orthodoxe Kerk 'zijn ondubbelzinnige standpunt om alle vormen van homoseksuele relaties af te wijzen, omdat die in strijd zijn met de Bijbel en met de wet waarmee God de mens schiep als mannelijk en vrouwelijk'. Daarom beschouwt de koptisch-orthodoxe Kerk 'elke zegening van dergelijke relaties als een zegen voor zonde en dat is onaanvaardbaar'.
De koptisch-orthodoxe Kerk wil nu 'de resultaten van de dialoog die twintig jaar geleden begon opnieuw beoordelen en nieuwe richtlijnen en mechanismen vaststellen voor een toekomstige dialoog'.
Ook de Russisch-orthodoxe Kerk uitte recent nog zware kritiek op Fiducia supplicans bij monde van metropoliet Hilarion Alfeyev van Boedapest, tevens voorzitter van de Bijbels-theologische commissie van het patriarchaat van Moskou. Die noemde de homozegening een 'zeer ernstige afwijking van de christelijke morele normen'.
Ondanks de bezwaren die binnen en buiten de katholieke Kerk te horen zijn, heeft paus Franciscus de verklaring Fiducia supplicans altijd verdedigd. De kritiek noemde hij zelfs 'hypocriet'. Morele perfectie is geen vereiste om een zegen te ontvangen, vindt de paus. De bedoeling van 'pastorale en spontane zegeningen' is 'om op tastbare wijze de nabijheid van de Heer en van de Kerk te tonen aan al diegenen die in verschillende situaties om hulp vragen om hun geloofsweg voort te zetten of om daaraan te beginnen.'