Kostbaar en uniek liedboek keert terug naar Namen
In het Museum voor Oude Kunsten in Namen is een tentoonstelling te zien rond een uniek koorboek dat tussen 1554 en 1555 werd gemaakt voor de priorin van de abdij van Salzinnes en voormalig voorzanger Julienne de Glymes. Haar familie nam destijds ook de financiering van het 480 pagina’s tellende koorboek op zich, waarvoor er naar verluidt 120 dierenhuiden nodig waren. De fraaie tentoonstelling in Namen plaatst het manuscript in zijn historische en culturele context aan de hand van schilderijen, kunstvoorwerpen, kaarten, archiefdocumenten en video's. De expo is uitgewerkt in samenwerking met het Museum voor Schone Kunsten van Nova Scotia (Canada), waar een deel van de tentoonstelling na de restauratie en het onderzoek van het manuscript al eerder was te zien.
De abdij van de cisterciënzerinnen van Salzinnes, op de rechterover van de Samber, ontstond eind de twaalfde eeuw (1196-1197). Maar zoals zoveel kloosters en abdijen in ons land werd de cisterziënzerabdij opgeheven tijdens de Franse Revolutie. Het antifonarium (koorboek) van de abdij van Salzinnes kwam in de negentiende eeuw in Canada terecht, waar het vergeten geraakte. Dat bleef zo tot de Canadese onderzoekster Judith E. Dietz de onvervangbare waarde ervan opnieuw herontdekte. Zij maakte er haar levenswerk van om ervoor te zorgen dat dit verluchte manuscript niet in de vergetelheid geraakt.
(vervolg na de afbeelding)
Het antifonarium van het einde van de zestiende eeuw meet iets meer dan 60 bij 40 centimeter. Voor de productie, die twee jaar duurde, werd gebruik gemaakt van 16 kilo perkament. Het combineert de kunst van het boekbinden, schilderen, miniatuurkunst, muziek en zang,… De zeldzaamheid van het gebruikte lettertype versterkt de kostbaarheid. Wat het handschrift ook opmerkelijk maakt, is de rol van vrouwen bij de uitvoering ervan. Het antifonarium van Salzinnes maakt vooral indruk door de paginagrote geschilderde Bijbelse taferelen en met goud versterkte achtergronden, een stijl die kenmerkend is voor de overgangsperiode tussen laatgotiek en vroege renaissance.
De expo Eeuwen van Stilte is nog tot 11 februari 2024 te zien in TreM.a , het Museum voor Oude Kunsten in het Hôtel de Gaiffier d'Hestroy in het centrum van Namen. Na de expo keert het handschrift terug naar de Power Library van de universiteit van Halifax (Canada).
• Meer info op de website van het museum
Bron: Cathobel