Laatste gasthuiszusters verlaten Diest
De laatste twee Gasthuiszusters Augustinessen hebben gisteren hun klooster in Diest verlaten en hun intrek genomen in het woon-zorgcentrum Sint-Jozef in Rillaar. Daarmee wordt een bladzijde in de geschiedenis van de congregatie omgeslagen.
De eerste twee Gasthuiszusters kwamen op 31 oktober 1619 met paard en koets aan in Diest om de gezondheidszorg nieuw leven in te blazen. Het betekende het startschot van eeuwen nabijheid en zorg van in totaal 190 gasthuiszusters voor zieken. Tijdens die periode van meer dan vierhonderd jaar oorlogen, onteigeningen en verbanningen bleven zij met hun stille inzet getuigen van een onbaatzuchtig leven in navolging van Christus.
Maar ook deze congregatie bleef niet gespaard van de vergrijzing en het dalende aantal roepingen. Steeds vaker werd hun taak overgenomen door leken en vooral de laatste decennia is de ziekenzorg ook sterk gespecialiseerd. De laatste jaren droegen de gasthuiszusters vooral zorg voor elkaar.
Volgens de wens van de zusters blijft hun erfgoed in Diest toegankelijk voor iedereen, zodat hun geschiedenis en gedachtegoed blijven bestaan. Daarvoor zijn drie geschikte onderkomens gevonden: de kunstvoorwerpen (en enkele gebruiksvoorwerpen) kregen onderdak in het Museum voor Religieuze Kunst in de Sint-Sulpitiuskerk (Grote Markt Diest), de apotheekstukken zijn teruggekeerd naar de gasthuisapotheek in het oude gasthuis en de archiefstukken (documenten, oprichtingsakte,…) vonden bescherming in het stadsarchief van Diest. Hun huis wordt een thuis voor AZ Diest, dat sinds mei al officieel eigenaar is van de kloostergebouwen.
Pastoor Felix Van Meerbergen prijst hen bij hun vertrek omdat ze zich in goede en kwade dagen inzetten voor kwetsbare mensen. ‘Zij stonden aan het begin van nieuw leven in het moederhuis en aan het einde brachten ze veel mensen aan de grens van het beloofde land. Vandaag zijn wij weemoedig bij dit verhaal dat ten einde liep. We danken in het bijzonder de laatste overste, zuster Rita Mentens. Zij staat symbool voor dé gasthuiszuster.’
Bron: Belga/Dekenij Diest/HLN