Mark Van de Voorde over de spirituele ruimte van democratie
Of de katholieke aartsbisschop een uitspraak over euthanasie doet, allochtonen met een moslimachtergrond in Keulen massaal vrouwen betasten en bestelen of nog iets anders in het nieuws is dat echte of vermeende raakpunten heeft met religie, telkens weer duiken sleetse ideeën op over de totale privatisering van de religie en de complete neutralisering van de publieke ruimte, opent onafhankelijk publicist Mark van de Voorde zijn opiniebijdrage in Tertio van woensdag 20 januari. Hij wijst erop hoe daarbij ongegeneerd het principe van de scheiding van Kerk en staat valselijk als argument wordt aangehaald.
‘Programmatorische neutralisten’
Dat basisprincipe garandeert dat godsdiensten zich niet alleen ongemoeid kunnen organiseren, maar ook zonder staatsbemoeienis kunnen optreden in de publieke ruimte. De voorstanders van privatisering van de religie knippen de inherente band tussen menings- en de godsdienstvrijheid moedwillig door en herleiden de scheiding van Kerk en staat tot een scheiding van geloof en samenleving. Daarmee willen ze willen het gelovigen onmogelijk maken hun geloof nog ter sprake te brengen in maatschappelijke aangelegenheden, ethische discussies en sociale kwesties. De, wat Van de Voorde de “programmatorische neutralisten” noemt verheffen de neutraliteit van de overheid, bedoeld om niemand wegens zijn levensbeschouwing te discrimineren, tot een “a-theïstische staatsreligie die al wie gelooft discrimineert ten overstaan van wie niet gelooft”.
Verlichting en christelijke waarden
De angst voor het moslimfundamentalisme mag dan al een en ander verklaren, dit soort opvattingen uit de donkerste periode van de Franse Revolutie is contraproductief, want werkt fundamentalisme en radicalisering alleen in de hand door het religieuze naar de huiskamers te verbannen. Voor Van de Voorde is het duidelijk: niet de monoloog van het “a-theïsme”, maar de dialoog tussen de levensbeschouwingen is de enige weg om te komen tot een samenleving waarin de “westerse” waarden (die bovendien grotendeels van christelijke origine zijn) ook door “oosterse” mensen worden omarmd. Een dialogerende samenleving speelt een belangrijke rol spelen in het behoud en de verdieping van de waarden. Omdat we als samenleving nood hebben aan waarden en normen die mensen verbinden, is in een pluralistische samenleving van vele gezindten de dialoog enige manier om daaraan te werken.
Wie wil integreren moet weten waarin
Wie allochtonen warm wil maken voor de democratie, schrijft Van de Voorde, kan dat niet doen zonder te spreken over de levensbeschouwing(en) die ten grondslag ligt van ons maatschappijbeeld. Of anders gezegd: Wij kunnen van onze nieuwe landgenoten, in casu moslims, niet verwachten dat ze zich integreren als wij niet kunnen zeggen waarin. En dat laatste is niet uit te leggen zonder het christendom en de Verlichting (die niet toevallig in een christelijke cultuur ontstond): zelfs begrippen als scheiding van kerk en staat, gelijkwaardigheid en recht op meningsvrijheid zijn zonder het christelijke mens- en wereldbeeld niet te begrijpen.
Neutraliteit en identiteit
De strikte neutraliteit is in wezen een vorm van angst die surft op een latent gevoel van identiteitsverlies. We weten zelf niet meer wie we zijn en we worden dus bang voor ongewenste gevolgen van de globalisering, namelijk het letterlijke en figuurlijke aanspoelen van de islam. De strikte neutraliteit speelt verstoppertje: als we alle religies verstoppen, dan zien we misschien ook de islam niet. Gettoïsering heeft nooit geleid tot integratie.
Lees het volledige artikel op de Tertio-website