Martin Luther was kind van zijn tijd
Dit jaar wordt herdacht dat de kerkhervormer Martin Luther (1483-1546) met zijn 95 stellingen, waarin de paus en de aflatenhandel aan de kaak werden gesteld, de aanzet gaf tot de Reformatie. Overwegend protestantse landen zetten daarbij graag de verdiensten van de voormalige augustijnermonnik in de verf. De tentoonstelling Luther 1917 bis heute, die nog tot 12 november in het Kloster Dalheim - LWL-Landesmuseum für Klosterkultur, het museum voor kloostercultuur in Lichtenau- Dalheim (Westfalen) te zien is, maakt duidelijk dat ook Luther kind was van zijn tijd. Enkele ronduit antisemitische en van minachting voor de joden getuigende uitspraken van hem die vele lutheranen vandaag liever zouden vergeten, maken dat pijnlijk duidelijk.
In de tijd van Luther was het antisemitisme onder christenen behoorlijk ruim verspreid. Het leidde ook in die tijd al, lang voor het nazisme, tot ontsporingen. De tentoonstelling Luther 1917 bis heute, waarin zijn invloed tot op vandaag centraal staat, maakt duidelijk hoe de opvattingen van Luther doorheen de eeuwen werden geherinterpreteerd en hoe zij later door het nazisme schaamteloos werden gerecupereerd. Daarmee werden ook vele Duitse protestanten in hun naïviteit ertoe overgehaald om het nazisme te steunen. Foto’s van de Kirchtentag – tot op vandaag het uithangbord van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) - van vlak voor de Tweede Wereldoorlog met de verheerlijking van het nazisme en de voorstelling van Hitler als nieuwe redder des vaderlands zijn ronduit beschamend.
Inspiratiebron
Het beeld van de kerkhervormer werd overigens in elke tijd, en niet alleen tijdens het nazisme, voor eigen doeleinden gebruikt. Maar de politieke recuperatie was in geen enkele tijd zo scherp als onder het nationaalsocialisme. Luther was overigens niet zo’n beeldenstormer als vaak wordt aangenomen. Zijn kritiek op de aflatenhandel en de paus waren vaak bijzonder scherp, maar hij streefde in eerste instantie naar kerkhervorming en geen kerkbreuk. Met betrekking tot andere religies was zijn houding tegenstrijdig. In eerste instantie was hij nog positief in zijn oordeel over joden. Maar vanaf 1545 kwam hij tot de overtuiging dat zij uit hun synagoges moesten verdreven worden en in het zweet hun aanschijn moesten arbeiden. De opvattingen van Luther boden in de eerste eeuwen van de Reformatie een stevig houvast voor de strijding tegen de katholieken. Later legde zijn opvatting over de gewetensvrijheid in 1817 mee de basis voor de Duitse staat. In de negentiende eeuw wordt hij opgevoerd als nationale held, wat zich ook vertaalde in vele monumenten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt hij nadrukkelijk ingeroepen als inspirerend voorbeeld. Waarden als dapperheid, liefde voor het vaderland, opoffering en doorzettingsvermogen worden tijdens deze periode nadrukkelijk aan hem toegeschreven.
Politieke recuperatie
Veel kwalijker is de politieke recuperatie van Luther vanaf de opkomst van het nationaalsocialisme in 1933. Veel Duitse protestanten juichten het nieuwe regime toe en hoopten dat het kon bijdragen tot het herstel van het overwicht van de evangelische Kerk. Dubbel zoveel protestanten als katholieken stemden bij de machtsovername voor Hitler, al waren katholieken traditioneel bijzonder trouw aan de centrumpartijen. Tijdens de Lutherherdenking van 1933 werden de protestantse vieringen expliciet met nationaalsocialistische symbolen en ensceneringen verbonden. Luther en zijn antisemitische opvattingen, die doorheen de eeuwen overigens tot dan nauwelijks van belang waren voor de lutheranen, werden misbruikt om protestanten naar het nieuwe regime toe te trekken. Adolf Hitler werd voorgesteld als nieuwe Luther. Luther zelf werd door de nazi's niet langer voorgesteld als hervormer, maar als een revolutionair en in die zin een voorganger van Hitler. Zijn anti-joodse geschriften worden schaamteloos misbruikt als rechtvaardiging voor de Jodenpolitiek. Maar doorheen de jaren groeide ook een tegenbeweging van de belijdende kerk met figuren als Dietrich Bonhoeffer, die zich eveneens beriep op de erfenis van Luther.
Vanaf 1933 werden de antisemitische geschriften van Luther – in het bijzonder Von den Juden und ihren Lügen uit 1543 - herdrukt en ruim verspreid ter rechtvaardiging van de nazipolitiek, al beoogde Luther zelf een homogene christelijke maatschappij en geen raszuivere natie. Ook boeken en propagandafilms waarin ook Luther werd geciteerd moeten de Jodenhaat onder de bevolking aanwakkeren. Julius Streicher (1885-1946), die Joden als adderengebroed omschreef en zei dat hun synagoges moesten platgebrand worden, riep tijdens de processen van Nürnberg ter verdediging in dat niet hij maar Luther zou moeten terechtstaan voor zijn antisemitische uitspraken.
Luther als revolutionair
De verheerlijking van Luther zou na WO II in de door de Sovjets gecontroleerde gebieden van Duitsland snel omslaan. Voortaan overheerste een negatief beeld van Luther en bestond er groot wantrouwen tegen de evangelische Kerk. Toch kreeg de kerkhervormer geleidelijk eerherstel en vanaf de jaren 1960 probeerde de DDR Luther steeds nadrukkelijker in te passen in het eigen erfgoed, met veel aandacht voor de rol van Luther tijdens de Boerenopstand, de eerste civiele revolutie in Duitsland.
Vanaf 1967 en nadrukkelijker nog vanaf het Lutherjubileum in 1983 werd Luther opnieuw op een voetstuk geplaatst omwille van zijn rol als hervormer en revolutionair avant la lettre. Maar de verwijzing naar Luther was heel tegenstrijdig. Niet alleen de machthebbers zouden zich vanaf de jaren 1960 steeds nadrukkelijker op de erfenis van Luther beroepen als integraal onderdeel van de socialistische erfenis van de DDR. Ook het verzet tegen dat regime en de vredesbeweging (vanaf 1983), die met haar aanhoudende protesten uiteindelijk ook mee heeft bijgedragen tot de val van het regime, bleven zich op hem inspireren.
De tentoonstelling Luther. 1917 tot nu in het Museum voor Kloostercultuur in Dalheim (tot 12 november 2017)