Meer godsdienstvrijheid in Soedan
De voorlopige leiders in (Noord-)Soedan, die in september aan de macht kwamen na de afzetting van voormalig dictator Omar al-Bashir, zijn blijkbaar van plan om echt werk te maken de mensenrechten en democratisering van het land.
Tussen 1983 en 2005 vocht het islamitische bewind in Khartoem nog een bloedige burgeroorlog uit met rebellenbewegingen, die streefden naar de onafhankelijkheid van het christelijk-animistische Zuid-Soedan. Vanaf 2002 werd er onder de dictator Bashir bovendien een beleid gevolgd waarbij christenen uit het land werden verdreven en kerken zo veel mogelijk met de grond gelijk te maken. Tot vorig jaar stond het land op de zesde plaats van de World Watch List van Open Doors van landen waar de godsdienstvrijheid het sterkst werd geschonden.
Dit jaar werd kerstdag voor het eerst als officiële feestdag gevierd. Op kerstdag woonde minister Nasr al-Din Mufreh van Godsdienstige Aangelegenheden een kerstdienst bij in een evangelische kerk in de hoofdstad Khartoem. Er is intussen ook een onderzoek gestart naar de verantwoordelijken voor de bombardementen op de burgerbevolking in Darfoer, aan de grens met Zuid-Soedan, waar ook scholen, kerken en levensnoodzakelijke waterputten door militaire vliegtuigen werden beschoten. De Soedanese Raad van Kerken meldt dat de regering ondertussen ook heeft toegezegd om alle kerkelijke eigendommen terug te geven die onder Omar al-Bashir in beslag werden genomen.
Bron: Open Doors/Christian Today