Meer soldaten voor een modernere Zwitserse garde

De Zwitserse of pauselijke garde, die instaat voor de bescherming van de paus en de beveiliging van zijn woning, telt voortaan 34 in plaats van 26 onderofficieren. De uitbreiding van het kader is een gevolg van de nieuwe taken die de wacht krijgt toegewezen. De modernisering van het leger werd in april ingezet. Het aantal leden van het korps werd toen verhoogd van 110 naar 135 gardisten. Met de benoemingen van afgelopen maandag, die met terugwerkende kracht op 1 december van kracht worden, telt het minileger nu 14 onderkorporaals, 12 korporaals en 8 sergeanten. Er zijn ook 6 officieren van verschillende rang, onder meer een aalmoezenier met de rang van luitenant-kolonel.

De oprichting van de Zwitserse garde gaat terug tot 1505. Op vraag van de toenmalige paus Julius II (1503-1513) werden huursoldaten gerekruteerd om hem te bewaken tijdens zijn verblijf in Luzern en Zürich. Het leger dankt zijn faam aan de heroïsche inzet van de gardisten tijdens de Sacco di Roma in 1527. Toen huurlingen van keizer Karel V Rome plunderden, gaven 147 gardisten hun leven om paus Clemens VII te verdedigen en hem uit handen van de plunderaars te redden.

Urs Breitenmoser, de woordvoerder van de Zwitserse garde: De belangrijkste opdracht van de garde is de beveiliging van de paus en zijn verblijfplaats. Leden van het korps vergezellen hem ook tijdens zijn reizen, ze controleren de toegangen tot het Vaticaan, bewaken de orde en dragen bij tot een vlot verloop van de erediensten. De diensttijd van een gardist bedraagt minstens 26 maanden. In die periode zijn zij burger van Vaticaanstad.

Bron: KNA/Kathpress.at