Meerderheid van de bevolking in Mongolië is boeddhist
Volgens de meest recente volkstelling van 2020 bestempelt ca. 60 procent van de 3,5 miljoen Mongolen zichzelf als religieus. Daarvan is bijna 90 procent boeddhist. Meest verspreid is het lamaïsme, een bijzondere vorm van het Tibetaans boeddhisme. Daarin worden elementen van het traditionele sjamanisme gecombineerd met andere religies.
Volgens zuster Lieve Stragier, de overste van de Zusters van de Jacht die geruime tijd missionaris was in Mongolië, is er bij de bevolking vooral sprake van een cultureel door de traditie doorgegeven boeddhisme. Vooral de oudere bevolking trekt vandaag naar de boeddhistische kloosters om er monniken om raad te vragen bij belangrijke levensgebeurtenissen en met verzoeken om voor hen te bidden. Zij doen ook een beroep op hen bij begrafenissen. Lieve Stragier: ‘Na de omwenteling werden de boeddhistische tempels opnieuw heropend en nationale feesten werden opnieuw gevierd. Maar het land maakt ook een sterke maatschappelijke evolutie door van plattelandsbevolking naar stadsbevolking. Daardoor dreigen veel gebruiken verloren te gaan. Wij mogen niet vergeten dat de Mongoolse cultuur een sterk orale cultuur is, waarbij verhalen mondeling worden doorgegeven en liederen bij samenkomsten worden gezongen.’
Godsdienstvrijheid
Het Aziatische land werd in 1990 een meerpartijenstaat. Godsdienstvrijheid is er in de grondwet vastgelegd en discriminatie op grond van religie is verboden. Verkondiging en bekeringsactiviteiten zijn onderworpen aan strenge regels. Dat heeft ook gevolgen voor de activiteiten van de katholieke Kerk omdat er af en toe problemen zijn met de verstrekking van visa en verblijfsvergunningen voor buitenlandse missionarissen. De noodzakelijke registratie voor religieuze groeperingen en instellingen is tijdrovend en soms lastig.
Jonge Kerk
Met de democratisering van het land in het begin van de jaren negentig keerden de tot nu toe onsuccesvolle christelijke missionarissen terug naar het land. Tegenwoordig vormen christenen ruim twee procent van de bevolking. De katholieke Kerk in Mongolië is een van de kleinste en jongste ter wereld.
Het aantal katholieken wordt geschat tussen de 1.300 en 1.500 mensen. In 2002 werd een apostolische prefectuur, een soort voorloper van een bisdom, opgericht. Een jaar later werd Wenceslao Padilla de eerste bisschop (2003-2018) en werd de Sint-Petrus-en-Pauluskathedraal in Ulaanbaatar ingewijd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat paus Johannes Paulus II voor die gelegenheid naar Mongolië zou reizen. Maar dat bezoek vond in 2003 uiteindelijk niet plaats. In het land zijn er 29 priesters actief, waarvan twee uit Mongolië. Er werken 75 buitenlandse missionarissen van 14 verschillende religieuze orden en congregaties. Van de 8 parochies bevinden er zich 5 in de hoofdstad Ulaanbaatar. De Kerk concentreert zeventig procent van haar activiteiten op projecten voor integrale menselijke ontwikkeling: van onderwijs en gezondheidszorg tot de zorg voor de meest kwetsbaren. Het geloofsleven krijgt concreet vorm in het catechumenaat, de liturgie en catechese.
Pausbezoek is buitengewone eer
Toch heeft de bescheiden katholieke gemeenschap sinds 2022 een eigen kardinaal: de Italiaan Giorgio Marengo (49). Hij volgde de overleden Wenceslao Padilla in 2020 op als apostolisch prefect. Volgens mgr. Marengo zal dit bezoek helpen om de toch al uitstekende relaties tussen de Heilige Stoel en de staat te versterken. ‘De Kerk vierde hier pas onlangs de dertigste verjaardag van zijn opstanding, na de val van het communisme. De komst van de paus tot 4 september is een buitengewone genade en een grote eer.’ Toch herinnert hij eraan dat de eerste ontmoeting van de katholieke Kerk met Mongolië al achthonderd jaar geleden heeft plaatsgevonden: ‘Toen stuurde paus Innocentius IV de monnik Giovanni da Pian del Carpine als vredesboodschapper naar de Mongolen die destijds aan de poorten van Europa stonden. Geografisch gezien bevinden wij ons in een zeer perifeer deel van de wereld. Maar de aanwezigheid van de paus zal ervoor zorgen dat we ons dichtbij het centrum van de Kerk voelen. Dit bezoek is voor ons heel belangrijk.’
Kardinaal Marengo vertelt nog dat de kerkelijke ervaring in Mongolië al van bij aanvang gekenmerkt werd door interreligieuze dialoog. ‘De Kerk bevindt zich, als kleine minderheid, in een situatie van absolute nood aan relaties met gelovigen van andere religieuze tradities. Doorheen de jaren is die fundamentele dimensie van het kerkelijke leven in het land zo sterk geïntensiveerd dat er tegenwoordig om de twee maanden ontmoetingen tussen religieuze leiders worden georganiseerd. Deze bijeenkomsten in Ulaanbaatar worden gebruikt om elkaar beter te leren kennen en om ervaringen te delen. Zij worden bij belangrijke feesten ook telkens uitgenodigd.’ Hij bevestigt dat de samenleving zelf in Mongolië een grote transformatie beleeft, door sociale en culturele modellen die nieuw zijn ten opzichte van de traditie. Economische groei en mondialisering brengt een verandering in de levensstijl met zich mee, waardoor lokale tradities en de sociale cohesie die daarmee is verbonden in het gedrang wordt gebracht. Maar dit is een land met een groot potentieel. Het pausbezoek moet helpen om dit aan de rest van de wereld te tonen.’
Bron: Kathpress.at/Vaticannews.va