Oekraïense zuster brengt zelf hulpgoederen rond in oorlogsgebied
De naam van de Grieks-katholieke zuster Oleksia Pohranychna uit Charkov (Oost-Oekraïne) is in ons land natuurlijk onbekend. Maar in haar regio vlakbij de grens met Rusland is de religieuze een ware legende. De zuster doorkruist al sinds drie maanden na de Russische invasie gebieden die onder Russisch artillerievuur liggen om er voedsel en medicijnen te bezorgen.
‘Ik herinner mij bijzonder levendig de eerste keer dat ik een kogelvrije vest aantrok. Ik viel op de grond van het grote gewicht. Maar mijn oversten zeggen dat het te gevaarlijk is om zonder deze bescherming te reizen.’
Sinds het begin van de invasie en beschietingen levert ze zakken aardappelen, dekens, dozen vol eten en ook kaarsen, brandhout en water. Ze trok naar bunkers om er kinderen en ouderen bij te staan, die wekenlang geen daglicht hadden gezien. ‘In deze regio van Charkov woonden anderhalf miljoen mensen. Daarvan is nauwelijks de helft gebleven.’
De zuster heeft bijzondere aandacht voor bejaarden die vaak te oud zijn om nog weg te trekken en van wie er velen zijn ondergedoken in kelders, zonder verwarming of stromend water. Om te overleven, zijn ze vaak op de hulp van deze zuster aangewezen. ‘In Charkov hebben 250.000 gezinnen niet langer een huis om in te wonen. Velen leven te midden van het puin omdat er geen enkel alternatief is.’
Begin van de oorlog
‘In de nacht van 23 februari 2022 was ik in mijn geboorteplaats Lviv, Om 5.30 uur in de ochtend belde de bewaker van de Sint-Niklaaskathedraal in Charkov mij en zei bedroefd: Ze bombarderen hier. De eerste dagen werden we overmand door paniek en angst. Ik bleef in Lviv omdat mensen uit heel Oekraïne daarheen kwamen. We hebben het klooster opengesteld voor vluchtelingen.’
Kort daarna belde een Oekraïense moeder van 3 kinderen en vroeg haar om de wagen van haar man, die in Oekraïne moest blijven omdat hij jonger was dan zestig jaar, naar haar in Polen te brengen.
Drie maanden na het begin van de oorlog keerde de zuster terug naar Charkov met een busje vol humanitaire hulp.
‘De reis was onwerkelijk. Onderweg, tijdens het traject van meer dan duizend kilometer, kwam ik niemand tegen. Toen wij aankwamen was het nacht en het landschap was spookachtig. De lichten waren uit, zelfs de verkeerslichten werkten niet. Bijna alle gebouwen waren verwoest. De eerste twee weken sliepen we in de kerk.’ Daar plaatste ze bedden in de kelder, omdat het er veiliger is en de schokgolven na explosies minder voelbaar zijn.”
In september trok het Russische leger zich terug uit de stad Izium, waar het massagraven en martelkamers achterliet. Toen ze hoorde van de bevrijding, haastte Oleksia zich daarheen om de bevolking te helpen. ‘Toen de mensen ons zagen, waren ze ontroerd. Sommigen vertelden dat ze overtuigd waren dat ze zouden sterven zonder nog een religieus te zien of ooit nog een mis bij te wonen. Ik blijf elke dag bidden voor het einde van de oorlog.’
Bron: Donne Chiesa Mondo/Vida Nueva