Opvangpunten focussen op erkennen en beluisteren slachtoffers

De onderzoekscommissie in de Kamer hoorde vandaag de Vlaamse en Waalse coördinatoren i.v.m. de aanpak van seksueel misbruik in de Kerk.
08/02/2024 - 12:05

Vandaag werden in de Parlementaire onderzoekscommissie van de Kamer, belast met het onderzoek naar de aanpak van seksueel misbruik in de Kerk en daarbuiten, de kerkelijke Opvangpunten gehoord. Vlaams coördinator Mia De Schamphelaere (foto) onderstreepte dat deze opvangpunten onafhankelijk werken, dus niet onder gezag of invloed van de bisschop of religieuze overste. De nadruk ligt op het beluisteren en erkennen van slachtoffers en de mogelijkheid om via een dading moreel tegemoet te komen aan het leed van historisch misbruik, dat m.a.w. voor Justitie is verjaard.

Anders dan bij Justitie wordt voor de erkenning geen materiële bewijsvoering gevraagd.

De geloofwaardigheid van de getuigenissen door de slachtoffers is wat telt.

Dit is geheel in verderzetting van het beleid van het centrum voor arbitrage dat door de vorige parlementaire commissie over misbruik werd aanbevolen in 2011.

Een morele tegemoetkoming in de vorm van een geldsom is mogelijk. Daarbij worden de richtlijnen en bedragen gevolgd die werden goedgekeurd door het federaal parlement in 2012, daarin bijgestaan door gerechtelijke experten.


Geen zwijgplicht

Dadingen houden geen zwijgplicht in. De dading werd opgesteld op voorstel van de experten van arbitrage, met goedkeuring van de parlementaire opvolgingscommissie. De vertrouwelijkheidsclausule dient in de eerste plaats om de privacy van het slachtoffer te garanderen. Dat mag over de feiten spreken, zoals ook in Godvergeten is aangetoond. Maar vanuit juridisch oogpunt is omzichtigheid aangewezen rond de namen van daders aangezien die nooit door het gerecht zijn veroordeeld.

Opvangpunt en coördinatoren treden nooit in de plaats van Justitie.

Misbruik van minderjarigen of door een nog levende dader wordt steeds gemeld bij het parket: daarvoor geldt nultolerantie. Als de slachtoffers wegens verjaring of overlijden van de dader niet meer bij Justitie terechtkunnen, worden ze door het kerkelijke Opvangpunt toch verder bijgestaan, erkend en tegemoetkomen.


Gebroken mensen

Het Opvangpunt werkt samen met ieder die zich inzet om het leed van de slachtoffers op te vangen. De coördinatoren spraken onder meer met slachtoffers in aanwezigheid van priester Rik Devillé en Norbert De Béthune van de werkgroep Mensenrechten in de Kerk en met slachtoffers bijgestaan door het advocatenbureau Van Steenbrugge. Ook andere opvangpunten verwijzen regelmatig door naar het kerkelijke opvangpunt, gezien de nood van slachtoffers aan erkenning en compensatie door de Kerk.

Mia De Schamphelaere: ‘Gedurende al die jaren ontmoette ik 149 gebroken mensen, van Maaseik tot Diksmuide, in mooie herenhuizen en in gehuurde flats, in psychiatrische instellingen en gevangenissen.

Nooit ben ik gewend geraakt aan de gruwelijke verhalen van kindermisbruik.

Telkens opnieuw maakte ik mij klein, werd ik één en al oor, liet ik de wonde opengaan en luisterde ik naar de levensverhalen, die vooral overlevingsverhalen zonder uitkomst bleken te zijn. (…)

Voor het eerst beluisterd worden over het leed dat hen is aangedaan, zonder dat er getwijfeld wordt, zonder dat ze bestookt worden met vragen naar bewijs, aanvaard en erkend worden als slachtoffer en officiële kerkelijke excuses horen uitspreken, dat werkt zonder meer bevrijdend. Met deze gesprekken hebben we de slachtoffers kunnen helpen om een bereikbare stap vooruit te zetten in hun persoonlijk verwerkingsproces.

Daarvoor hebben we al veel dankbaarheid mogen ondervinden.

In die dankbaarheid van de slachtoffers vinden we dan de moed om de nieuw binnengelopen meldingen aan te pakken. Want de meldingen zullen blijven komen, de verwerking van misbruik op jonge leeftijd duurt een leven lang. Niemand weet vooraf wanneer de individuele verdringingsstrategieën doorbroken worden, wat de aanleiding is of wanneer het geschikte moment daar is om te durven spreken.’

De werking van het opvangpunt is vastgelegd in een protocol, aangevuld met een jaarlijks rapport  en andere relevante info over het beleid van de kerk rond misbruik.