Pakistan: minstens 20 kerken vernield bij antichristelijk geweld

Volgens een belangrijke politiecommissaris zijn er sinds de aanval van woensdag in de stad Jaranwala (provincie Punjab, Pakistan) bij de golf van antichristelijk geweld, die al een week door Pakistan raast, allicht meer dan 20 kerken vernield. Op sociale media is ook te zien hoe een menigte een kerkhof aanvalt en er alle graven ontheiligt. Ook de arrestatie van inmiddels meer dan honderd aanvallers lijkt de plaag niet te stoppen, aldus de verantwoordelijke politiecommissaris in Punjab. Hij wijst op de rol van lokale islamitische geestelijken, die luidsprekers van moskeeën gebruiken om het nieuws van de vermeende godslastering te verspreiden. Naar verluidt ligt één lokale islamitische religieuze leider aan de basis van de oproep voor massaal antichristelijk geweld. Maar zijn oproep vond daarna via extremistische groeperingen en haatpredikanten massaal weerklank. 

Solidariteit

Maar er zijn ook tekenen van solidariteit. Moslims die in het overwegend christelijke gebied wonen, boden onderdak aan hun buren en spelden koranverzen op de deuren van christelijke huizen om te voorkomen dat ze doelwit worden. Leden van de regering en ook sommige islamitische leiders deden oproepen om de kalmte te bewaren. In Punjab zijn er naar schatting zo’n 3.2000 christelijke kerken. Die werden vrijdag, de dag van het vrijdaggebed, de dag rond beschermd om nieuwe aanvallen te beletten. Premier Mohsin Naqvi van Punjab kondigde een compensatie aan voor de slachtoffers van het geweld. De deelstaat is ook een onderzoek gestart naar de verantwoordelijken daarvan.

Straffeloosheid

Aartsbisschop Benny Travis van Karachi hoopt dat de incidenten een aansporing worden tot bezinning. Jarenlang gingen daders van antichristelijk geweld – ndr. christenen vertegenwoordigen nauwelijks 2% van de bevolking - en diegenen die de haat tegen deze minderheid hebben aangespoord vrijuit. Nu wordt het land geconfronteerd met de dramatische consequenties van zo’n beleid van straffeloosheid. Akmal Bhatti, het hoofd van de Vereniging van minderheden in Pakistan, vraagt dat er nu maar eens een einde komt aan de wetten tegen godslastering die worden misbruikt om minderheden te vervolgen en onderlinge rekeningen – ook tussen moslims onderling – te vereffenen. Ook de Pakistaanse Commissie voor Rechtvaardigheid en Vrede (NCJP) herinnerde eraan dat gelijkaardige beschuldigingen van godslastering in het verleden al hebben geleid tot gelijkaardige uitbarstingen van geweld: ‘Het incident in Jaranwala herinnert ons aan de noodzaak om harmonie, eenheid en begrip tussen religieuze gemeenschappen te bevorderen.’ 

Nationale gebedsdag

Zondag woonden meer dan honderd christenen de zondagsdienst bij voor de in brand gestoken H. Johannes De Doperkerk in Jaranwala, aan de rand van Faisalabad. Op initiatief van de Pakistaanse Bisschoppenconferentie werd er zondag overigens in alle kerken van het land gebeden opdat er een einde zou komen aan het geweld en om de gebouwen en families van christenen aan de bescherming van de Heer toe te vertrouwen. Sebasian Shaw, aartsbisschop van Lahore: “We bidden voor vrede, voor interreligieuze verstandhouding en om nee te zeggen tegen alle vormen van geweld en haat. We roepen God aan die het goede schenkt. We vragen alle mensen van goede wil, christenen en moslims, om ons bij te staan. Laat ons verenigd zijn voor een vreedzaam Pakistan, vrij van haat, waar de rechten en vrijheden van alle burgers worden gerespecteerd, ongeacht hun hun geloof.’

Bron: Fides/Ucanews