Op Palmzondag vieren wij de ‘wielerhoogmis’ van Vlaanderen

De koerstraditie heeft sterke en diepgewortelde wortels in het katholieke Vlaanderen..
01/04/2023 - 13:18

Zondag is het opnieuw zover. Op Palmzondag, het begin van de Goede Week op weg naar Pasen, worden wielerfans ondergedompeld in een heroïsche strijd voor de zege in de 107de Ronde van Vlaanderen. Die vertrekt dit jaar opnieuw vanuit Brugge en met onder meer Wout Van Aert, Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar die een plaats in de wielergeschiedenis en ons collectieve wielergeheugen proberen te veroveren. Wielerfans hopen op een krachtmeting tussen de grote drie, als het ware de Heilige Drievuldigheid van het wielerpeloton. Maar het is ook een oude wetenschap dat de echte helden hun opstanding op 5 kasseistroken en over 14 mythische hellingen niet vooraf aankondigen, en plots en onverwacht en nadat alle schijnbaar onoverwinnelijke gevaren en tegenslagen bezworen zijn uit het niets opstaan om hun plaats te verwerven in het grote boek van de bekendste en mooiste eendagswedstrijd in Vlaanderen. De traditie wil dat de naam van de winnaar samen met de vlag van zijn land in graniet wordt gebeiteld op de gedenkplaat in de kapel van de Ronde van Vlaanderen in Horebeke. 

(Lees verder onder de foto)

Wout Van Aert
Wout Van Aert © Team Jumbo Visma


Koers is religie

Dat er over deze koers in quasireligieuze termen over winst en verlies wordt gesproken, is volgens het Museum van de Wielersport in Roeselare geen toeval. Toen het museum in 2015 tijdelijk gesloten was, organiseerde het in de nabijgelegen Paterskerk de expo Koers is Religie, waar toen topstukken uit de collecties van het Wielermuseum, van (families van) renners, of privé en publieke verzamelingen uit binnen- en buitenland werden samengebracht.

Toch waren de koers en de Kerk niet van bij aanvang bondgenoten. Wielerkoersen werden omstreeks 1900 vaak in het spoor van de lokale kermissen en de toegenomen vrije tijd (met de invoering van de zondagsrust vanaf 1905 en de 48-urenweek in 1948) in het leven geroepen. Begaafde wielrenners, meestal volksjongens, konden almaar beter hun kost verdienen en fietsfabrikanten zagen in het wielrennen de ideale promotievorm voor hun producten.

Ondertussen bleef het voor priesters nog altijd verboden om zich met de fiets te verplaatsen.

Soms was er ook van op de kansel kritiek op het groeiende succes van het wielrennen. Koersen brachten weliswaar veel volk op de been, maar ze werden ook geassocieerd met overmatig drankgebruik en braspartijen en volgens sommige priesters hielden zij de mensen op zondag uit de kerk.

Mens sana in corpore sano

Maar tijden veranderen. Onder impuls van de Engelsen, ook onder Engelse gemeenschappen in ons land, raakte de idee van een gezonde geest in een gezond lichaam steeds ruimer verspreid. Vooral onder impuls van pater Antoon van Clé, de stichter van Sporta en in 1935 de grondlegger van het sportapostolaat, werd kort voor de Tweede Wereldoorlog een kentering ingezet. De norbertijn benadrukte dat hij met zijn apostolaat slechts gehoor gaf aan de vraag van onze sporters zelf.  In 1939 is hij er zelfs in geslaagd om voor de Vlaamse wielrenners van de Giro een audiëntie met de pas verkozen paus en sportvriend Pius XII te versieren.

Wielrenners als Briek Schotte, die in 1948 een eerste keer wereldkampioen werd, maakten er geen geheim van dat zij diepgelovig waren en de Italiaanse wielrenner Gino Bartali, die 3 keer de Giro d’Italia en 2 keer de Ronde van Frankrijk won, putte al eerder tijdens WO II uit zijn geloof de kracht om in zijn fietsbuis onder de neus van de bezetter documenten te smokkelen om joden en andere vluchtelingen veilig naar Zwitserland te brengen.

Bartali werd in ons land in de katholieke pers geportretteerd als een voorbeeldfiguur van de eerlijke, sterke en katholieke sportman.

De gedreven norbertijn van Clé zou later nog de basis leggen voor een verbetering van de sportinfrastructuur, sportbedevaarten en fietszegeningen, die tot op vandaag nog altijd jaarlijks plaatsvinden. Zelfs de fietsbel met de afbeelding van Sint-Christoffel deed zijn intrede en ter gelegenheid van het Heilig Jaar in 1950 kwamen er jonge, enthousiaste ‘fietspelgrims’ die in de tijd dat autocar- en autotransport nog in hun schoenen stonden naar Rome fietsten, onderweg met meer of minder succes proberend om gratis in kloosters te overnachten.

Ook de Ronde van Italië van dat jaar, die door de protestantse Zwitser Koblet werd gewonnen, eindigde toen in Rome. Ook de volgende paus, Johannes XIII, was de sport erg goed gezind.

(Lees verder onder de foto)

Kapel van de Ronde
Kapel van de Ronde © RouteYou

Kapel van de Ronde

De passie van de Vlamingen voor de koers wordt ook weerspiegeld in verschillende wielerkapellen. De bekendste is zonder enige twijfel de neobarokke Onze-Lieve-Vrouw van Oudenbergkapel, een kleine bedevaartskapel op de top van de Oudenberg, die in 1906 werd gebouwd door de Vlaamse architect Vandamme ter vervanging van de kapel uit de 18de eeuw (1724-1733). De bedevaartkapel werd in 1294 oorspronkelijk door een kluizenaar gebouwd als bidplaats. In 1648 werd er een genadebeeldje van Onze- Lieve- Vrouw geplaatst, waardoor de kapel bedevaartsoord werd voor Geraardsbergen en omstreken. 

Maar in maart 2011 werd de gerestaureerde kapel in de Hessestraat in Horebeke officieel ingewijd alsKapel van de Ronde. De kapel in de Vlaamse Ardennen aan het Huis van Roman of Romanshof, die er op dat moment nog schots en scheef bijstond, werd kort voor de eeuwwisseling opgekocht door een bouwondernemer uit Mechelen. Zijn zakenpartner Danny Blanken, een gepassioneerde wielerliefhebber, bracht de idee aan om ze te linken aan de Ronde van Vlaanderen. De kapel uit 1898 werd aan de buitenkant zoveel mogelijk in de oorspronkelijke toestand hersteld. Maar het interieur kreeg een nieuw uitzicht. Op de rechterwand werden de namen van alle winnaars van de Ronde van Vlaanderen in graniet gebeiteld, met naast de naam ook telkens de vlag van hun land. Sindsdien worden ook alle namen van de nieuwe winnaars met een korte plechtigheid aangevuld. Op de linker muurwand werd een kleurrijke mozaïek van een Flandrien aangebracht – waarin velen een portret van Peter Van Petegem (de peter van de kapel) herkennen - en op de vloer zijn de namen aangebracht van de Flandriens. 

De kapel is uitgegroeid tot een dankbare tussenhalte en een ontmoetingsplaats voor wielerliefhebbers en wielertoeristen.

Die kunnen in de kapel met de namen van de Rondewinnaars genieten van een verfrissing en kunnen er een kaars branden voor een persoonlijke intentie, een behouden thuiskomst of de patroonheilige van de wielrenners, de heilige Daniel. Maar nu is het uitkijken naar de ontknoping van de Ronde komende zondag. Met spanning kijken wij allemaal uit naar de winnaar, die in de kapel van Horebeke en het hart van alle wierliefhebbers in Vlaanderen voor eeuwig zijn plaatsje krijgt als winnaar van de ronde van 2023. 

Bron: Museum van de Wielersport/Koers is Religie