Paus eert martelaars en clandestiene christenen in Japan

De heilige Paul Miki legde met zijn heroïsche marteldood, ondanks de strenge geloofsvervolging, de basis voor de evangelisatie van Japan.
24/11/2019 - 22:47

Met zijn bezoek aan Nagasaki heeft paus Franciscus zondag niet alleen hulde gebracht aan de slachtoffers van de bombardementen met de atoombom, maar ook aan de martelaars van Japan. Voor zijn vertrek naar Hiroshima droeg hij in het honkbalstadion in Nagasaki, dat plaats biedt aan 25.000 toeschouwers, ook nog een eucharistie op samen met Japanse bisschoppen en priesters.

Het bezoek in Nagasaki ging van start aan het Atomic Bomb Hypocenter Park, waar hij een gebed uitsprak en betoogde dat alle kernwapens de wereld uit moeten. In de toespraak bekritiseerde hij fel de mogendheden met kernbewapening: de perverse tegenstrijdigheid van het verdedigen en veiligstellen van stabiliteit en vrede op basis van een valse veiligheid, ondersteund door een logica van angst en wantrouwen. Het gebruik van kernenergie voor oorlogsdoeleinden is tegenwoordig meer dan ooit een misdaad, zei Franciscus.

Monument voor de martelaren

Daarna trok hij naar de Ourakerk van Nagasaki, de oudste kerk van het land en toegewijd aan de martelaar Paul Miki en 25 metgezellen uit de 16de eeuw, die vorig jaar nog door de Unesco werd erkend als Werelderfgoed van de Mensheid. Toen de overheid in 1596 enkele jezuïeten arresteerde, ging Paul Miki, die zich verdienstelijk had gemaakt door zijn verkondigingswerk bij de samoerai, zich vrijwillig aanmelden. Samen met hem werden 25 christenen, onder meer geestelijken, toegewijde leken en misdienaars, gemarteld. Volgens de legende bleven zij zelfs tijdens hun kruisiging nog de lof van Christus zingen.

In 2008 werden er tijdens een massale ceremonie in Nagasaki 188 Japanse martelaren door de rooms-katholieke Kerk zalig verklaard

Eucharistie in Nagasaki
Eucharistie in Nagasaki © Vatican Media

Clandestiene gemeenschap

De kerk op de Nishizaka-heuvel, die vanmorgen door paus Franciscus werd bezocht, is niet alleen een blijvende herinnering aan hun marteldood, maar ook aan de geloofsvervolging van de 16de en de 17de eeuw. Het christendom kwam in 1549 naar Japan. Er ontstond al snel een bloeiende kerkgemeenschap. Maar onder het bewind van shogun Toyotomi Hideyoshi brak een genadeloze vervolging uit. Hideyoshi's opvolger Tokugawa Ieyasu besloot het christendom volledig uit Japan te verbannen. Tussen 1614 en 1640 werden naar schatting 6.000 martelaars omgebracht.

Die vervolging was zo intens dat zowel de machthebbers als de buitenwereld veronderstelden dat het christendom volledig was uitgewist. Groot was de verbazing van een groep Franse missionarissen die in 1865 - met toestemming van de overheid-  terugkeerden naar Japan en er ontdekten dat er een verborgen gemeenschap van tienduizenden christenen bestond, die haar geloof 250 jaar lang clandestien had beleefd.

Bron: I.Media