Regina Sluzny: 'Om vrij te zijn, mag je niet haten'

Zoals elk jaar organiseerde Sant’Egidio afgelopen zondag een wandeling door de joodse wijken van Antwerpen richting monument voor de weggevoerden aan de Belgiëlei, om er de slachtoffers van de Shoah te gedenken. Bij het 250-tal deelnemers waren er heel wat jongeren en nieuwe Belgen en ook een groep Sinti en zigeuners. Bovendien nam ook een handvol moslims aan de herdenking deel, waaronder Saïd Aberkan die als eerste imam na zo’n wandeling het woord nam.

Joodse broeders

Saïd Aberkan, verantwoordelijk voor de moslimconsulenten in de gevangenissen, herinnerde aan een aantal moslims die tijdens de Tweede Wereldoorlog joodse medemensen tegen de barbarij van het naziregime in bescherming hebben genomen: de Algerijnse directeur van de Parijse moskee Abdelqader Ben Ghabrit, de Iraanse diplomaat Abdol Hossein Sardari en de Egyptische dokter Mohammed Helmy, die drie jaar lang een joods meisje in Berlijn verborgen hield en daarvoor postuum de titel van Rechtvaardige onder de Volkeren kreeg.

Tot slot benadrukte imam Aberkan nog dat moslims nu meemaken wat onze joodse broeders destijds meemaakten; vandaag worden moslims door eigen regimes en door terroristen verdreven en afgeslacht, soms zelfs in de naam van Allah.

Nooit meer!

Ook Herman Van Goethem, voormalig conservator van de Mechelse Dossinkazerne en huidig rector van de Universiteit Antwerpen, verbond heden en verleden. Laat ons de boodschap ‘Nooit meer’ nieuw leven inblazen, want de mechanismen die we nu meemaken lijken verdacht veel op die van de jaren dertig.

De goedheid van de mens

Tevoren had de wandeling ook halt gehouden aan de synagoge in de Terliststraat. Daar nam Regina Sluszny het woord, jarenlang voorzitster van Het ondergedoken kind en intussen vicevoorzitster van het Forum der Joodse Organisaties. Voor mij persoonlijk is het evident dat godsdienst of politieke overtuiging niet de hoofdrol spelen; de goedheid van de mens, dat is het belangrijkste. Daar ben ik zelf het levende bewijs van, want ik heb de Shoah en de Tweede Wereldoorlog overleefd bij een christelijke familie.

Haat is nooit een oplossing

Elke zondag gingen mijn redders naar de kerk, maar mij spraken ze nooit over het geloof, vertelde Sluszny, omdat ze het joodse kind in mij respecteerden. Het kan dus! Het blijft voor mij een vraag waarom zovelen daar vandaag problemen mee hebben. Dat de overlevenden van de Shoah getuigen, heeft dus niets met wraak te maken. Integendeel: het gaat over het doorgeven van verdraagzaamheid en van de waarden van het leven.

Haat is nooit een oplossing. Haat vernielt alleen maar. Om vrij te zijn, mag je niet haten!

Bron: Benoit Lannoo