Rwanda herdenkt genocide van 1994
Kardinaal Antoine Kambanda, de aartsbisschop van Kigali, roept zijn landgenoten op om elkaar te steunen ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de genocide van 1994. Het bloedbad is nog altijd aanwezig en leeft in de hoofden van de Rwandezen pijnlijk verder, zegt de kardinaal, de eerste in de geschiedenis van Rwanda, in een interview met de Rwandese krant The New Times. Maar het is belangrijk om in ons hart te kijken en onze samenleving herop te bouwen om een herhaling hiervan te beletten.
Bij de genocide van 28 jaar geleden stierven in een periode van minder dan 100 dagen naar schatting minstens 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu’s.
Kardinaal Kambanda is streng in zijn veroordeling van de priesters en religieuzendat die genocideslachtoffers aan hun vervolgers hebben overgedragen. Mensen, die vertrouwen hadden in hun priesters, werden door hen verraden. Sommige geestelijken hebben ook haat gezaaid en aan het kwaad van de genocide meegewerkt. Ze hebben hun volk verraden en een revolte gepleegd tegen God en de zending van de Kerk. Het is een pijn en een schande voor de Kerk. Daarom roepen we al die tijd op tot bekering. God is liefde, barmhartig en vergevingsgezind. Maar het verspreiden van of deelnemen aan de activiteiten van haat en verdeeldheid druist in tegen God en de missie van de Kerk.
De kardinaal stelt vast dat minstens een deel van de wonden van de genocide vandaag intussen geheeld zijn en dat er een flinke vooruitgang is gemaakt in het verzoeningsproces in het land. Hij spreekt ook zijn tevredenheid uit over de nederige rol die de Kerk heeft gespeeld bij in verzoeningsproces en het herstel van de nationale eenheid.
Lees het interview (in het Engels) met kardinaal Kambanda in The New Times
Bron: The New Times