Servische patriarch strekt hand uit naar Kosovo

De nieuwe Servisch-orthodoxe patriarch Porfirije is zondag, zoals de traditie dat voorschrijft, naar het patriarchale klooster van Pec gereisd. Daar bracht hij de eerste dagen van de orthodoxe vastentijd door in afzondering.

Woensdag leidde hij een liturgische viering in de kloosterkerk in Pec. Hij herdacht de slachtoffers van het geweld tegen de Servische minderheid van maart 2004 en sprak een gebed voor hen uit. Volgens de patriarch werd toen getracht om de cultuur en traditie van de Serviërs definitief te laten verdwijnen. Van 17 tot 19 maart 2004 ontketenden Albanese nationalisten er een golf van geweld. Daarbij kwamen 9 Serviërs om het leven, minstens 170 raakten gewond en 4.000 werden ontheemden. Een 800-tal Servische huizen werd verwoest en minstens 35 kerken, kloosters en begraafplaatsen werden beschadigd. Er kwamen eveneens 11 Albanezen om het leven, toen de internationale KFOR- veiligheidstroepen van de VN probeerden om de Serviërs en hun eigendommen te beschermen.

Tegelijkertijd lanceerde patriarch Porfirije  een oproep tot vrede en verzoening in Kosovo-Metohija. Hij vroeg de Servische minderheid in Kosovo om de moed niet op te geven en de bakermat van de Servisch-orthodoxe Kerk, en vooral het kloosterland van Metohhija, met kloosters als die van Decani, Gracanica en Pec in het westen van Kosovo, niet te verlaten.

Servië weigert tot op vandaag nog altijd om Kosovo te erkennen, ook al omdat de Servisch-orthodoxe Kerk zich daartegen altijd fel heeft verzet. Met de houding van de patriarch kan misschien een proces van verzoening voorzichtig van start gaan.

Bron: Pro Oriente/Kathpress.at