Van de sloppenwijken van Kolkata tot heilige in Rome
04/09/2016 - 12:17
Moeder Teresa werd op 26 augustus 1910 als Agnes Gonxha Bojaxhiu in Skopje (Macedonië), in het toenmalige Ottomaanse Rijk, geboren in een Albanees-katholiek gezin. Zij droomde er al als meisje van om missionaris te worden. Op haar achttiende werd zij novice bij de zusters van Loreto.
In 1950 richtte zij in de Indiase stad Kolkata (Calcutta) de Missionarissen van Naastenliefde op, een congregatie gericht op de zorg voor armen, daklozen en stervenden. De inzet voor de allerarmsten bezorgde haar al snel de bijnaam de heilige van de goot.
Moeder Teresa werd vooral bekend door haar inzet bij de allerarmsten in de sloppenwijken. In 1979 ontving zij de Nobelprijs voor de Vrede.
Recordtempo
Ze overleed op 5 september 1997 in Kolkata. Nauwelijks vijf jaar na haar dood werd zij onder immense belangstelling in Rome door paus Joannes Paulus II zalig verklaard. De Missionarissen van Naastenliefde zijn vandaag actief in 130 landen met 5.300 zusters. In ons land zijn er vestigingen in Brussel en Gent met een tiental zusters, onder wie 3 Belgische zusters. De mannelijke tak van de congregatie telt een 400-tal leden.
Moeder Teresa laat in elk continent huizen voor armen, mensen met een handicap en voor bejaarden na.
Heilig in het gewone
De postulator voor de heiligverklaring, pater Brian Kolodiejchuk, bestempelt Moeder Teresa als een heilige en model voor navolging voor onze tijd.
Zij was buitengewoon in het gewone.
De dingen die zij deed kunnen ook wij doen. Je moet niet naar Kolkata reizen om armen of zieken te helpen. Minder vanzelfsprekend is dat zij hindoes en moslims deed stoppen met vechten door eraan te herinneren dat zij broeders zijn. Meestal sterft een heilige bijna anoniem. Maar zij was bekend in de hele wereld. Het proces voor haar zalig- en heiligverklaring ging al twee jaar na haar dood van start. Nauwelijks zes jaar later was zij zalig.