Snoeibeurt voor geklasseerde kerkruïne in Hulshout

Kempens Landschap kondigt aan dat een gespecialiseerde firma de kerkruïne van Westmeerbeek onder handen zal nemen. De als monument beschermdeSint-Michielskerk aan de Netestraat in Hulshout deelt haar laatgotische toren met de recentere haaks ertegenaan gebouwde kerk. Nadat de Sint-Michielskerk in onbruik raakte, verviel ze mettertijd tot een ruïne. Klimop en andere woekerende planten namen de overhand en de stabiliteit ging zienderogen erop achteruit. De klimplanten worden nu voorzichtig gesnoeid en doorgesneden. Na enkele maanden uit te drogen, worden de planten verwijderd en kan de geplande restauratie van de ruïne starten.

Het lokale bestuur van Hulshout, dat eigenaar is van de kerk, riep de hulp in van Kempens Landschap. Het architectenbureau aNNo werd aangesteld om het dossier op te volgen. Na een uitgebreide voorbereidingsfase komt de veiligstelling en opwaardering van het monument nu in zicht. Tijdens de voorbereidende studies werd algauw duidelijk dat de klimplanten voorzichtig verwijderd moesten worden.

Uitdagend restauratieproject

Voor de werken kan het lokaal bestuur rekenen op een erfgoedpremie van 822.576 euro van de Vlaamse Overheid, zegt Jan De Haes, gedeputeerde van de provincie Antwerpen en covoorzitter van Kempens Landschap. De gemeente zal nu een aannemer aanstellen om de uitvoering op zich te nemen. In het najaar gaat de echte werf van start. 

Volgens Kathleen Helsen, collega-gedeputeerde van de provincie Antwerpen en ook covoorzitter van Kempens Landschap, wordt het geen alledaags restauratieproject: Wanneer de planten verwijderd zijn, zullen we de toestand van de muren pas echt kunnen beoordelen. Gelukkig staat er een team specialisten klaar om de werken in goede banen te leiden. 

Geert Daems, burgemeester van Hulshout, vult aan: Wij willen de ruïne een nieuwe toekomst geven en zijn dus verheugd met deze eerste stap. De werken zullen nog heel wat voeten in de aarde hebben, maar we geloven in het project en kijken uit naar het resultaat.

Bron: Kempens Landschap