Soedan: Al 12.000 doden sinds april. Bisschoppen tonen eenheid
In 2019 leidden Abdel Fattah al-Burhan en Mohamed Hamdan Dagalo een opstand die eindigde in de afzetting van dictator Omar El Bashir. Maar pogingen om naar een democratisch bewind te gaan en de macht te delen, mislukten en de twee mannen eindigden als rivalen in een nieuwe oorlog. Het leger is in grote lijnen loyaal aan el-Burhan, een verzameling milities onder de naam Rapid Support Forces (RSF) aan Dagalo, ook gekend als Hemedti.
De bisschoppen van Soedan en Zuid-Soedan gebruikten hun kerstboodschap dit jaar om gezamenlijk op te roepen tot respect voor de vraag van de bevolking naar democratie en vrede.
Ze staken daarbij ook religieuzen en priesters een hart onder de riem: ‘Toen de oorlog uitbrak, raakten u en uw bisschoppen verspreid over het hele land en zelfs over de grens. Kerken en gebedshuizen raakten jullie kwijt en essentiële eigendommen gingen verloren, maar toch bleven jullie het volk van God dienen’, zeiden ze. ‘We zullen manieren zoeken om de levensomstandigheden te verbeteren van de priesters en religieuzen die gedwongen werden hun parochies en werkterreinen te verlaten.’
De gevechten gaan nu de negende maand in en hebben al aan meer dan 12.000 mensen het leven gekost. Meer dan 7,2 miljoen mensen zijn op de vlucht volgens het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA). Dat maakt Soedan het land met het grootste aantal ontheemden ter wereld. Dorpen in regio's als Darfur en Kordofan zijn tot de grond toe afgebrand.
De bisschoppen geloven dat de gevechten bedoeld zijn om het volk te verdelen en het streven naar een vreedzame samenleving te blokkeren. Ze roepen de ‘trojka’ (Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en Noorwegen) op om hun gezamenlijke inspanningen van de voorbije jaren terug op te nemen.
Nog geen jaar geleden bracht paus Franciscus een bezoek aan Zuid-Soedan, dat zich in 2011 afscheurde van Soedan en sindsdien zeer moeizaam op weg is naar vrede en stabiliteit.