Terugkeer van mysterieuze relieken naar Sint-Romboutskathedraal?
Recent onderzoek heeft archeologen duidelijk gemaakt dat een houten kist uit de Mechelse Sint-Romboutskathedraal een unieke en bijzonder waardevolle getuige is van de reliekenverering en reliekenhandel, die vooral in de 12de en 17de eeuw in heel Noord-Europa een rijke bloeitijd beleefde. De kist met de mysterieuze schedels en beenderen werd begin 2013 door archeologen na een kleine vloerverzakking in een kapel van de kathedraal ontdekt. De archeologen, die in opdracht van de provincie Antwerpen de bodem onderzochten, troffen destijds onder de vloer een houten kist aan met fragmenten van meerdere schedels, zorgvuldig omwikkeld met textiel, pauwenveren en metalen banden. Dat wijst op een historische reliek.
Volgens Joke Bungeneers van de Dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen is de herkomst van de beenderen onduidelijk. Duidelijk is dat ze met veel zorg werden omgeven. Maar het kan niet met zekerheid worden gezegd dat ze ooit voorwerp waren van verering. De vondst wordt in verband gebracht met de cultus en de legende van Sint-Ursula en de 11.000 maagden. Er is een akte uit 1620 uit het kathedraalarchief die deze band met de Sint-Ursulavering bevestigt. Dit authenticiteitsattest verwijst naar de schenking van een Sint-Ursulareliek en is uiteraard een sterke aanwijzing dat de reliek zich op dat moment in de kathedraal bevond. Merkwaardig is echter dat er in de andere historische bronnen geen enkele verwijzing is naar een Sint-Ursulareliek of Ursulaverering in de Mechelse kathedraal.
Legende van Sint-Ursula
Volgens de legende werd Sint-Ursula in 383 na Christus bij terugkomst van haar bedevaart naar Rome door de Hunnen in de buurt van Keulen vermoord. Omstreeks 1100 werd een Romeins grafveld ontdekt in de buurt van Keulen. Daarop werd nogal overhaast geconcludeerd dat dit de begraafplaats was van de heilige Ursula en haar 11.000 dienstmaagden.
Relieken en hun verering beleefden een bloeitijd in de 12de eeuw. Het was een periode waarin er in heel Europa talloze relieken boven water kwamen, omdat hun aanwezigheid in kerken en kathedralen garant stond voor een toeloop van bedevaarders en belangstellenden, en dus inkomsten. De bloei van de reliekenverering ging hand in hand met een bloeiende reliekenhandel. Later in de 17de eeuw was er nogmaals een heropbloei van die reliekenverering en reliekenhandel.
Unieke getuigen
Joke Bungeneers: Het archeologische onderzoek maakt duidelijk dat de inhoud van de teruggevonden kist met schedels en beenderen uit de kapel uit verschillende perioden stamt, met de oudste uit de Romeinse tijd en de overgang van de volle naar de late middeleeuwen. Het kistje dat werd teruggevonden onder de vloer in een zijkapel uit 1870-1875 bevat onder meer een lang been van een vrouw uit de 12de eeuw, een schedel van een volwassen vrouw uit de 12de eeuw, en twee schedels van een man, beide uit de Romeinse tijd. Er werden ook nog enkele textielfragmenten aangetroffen. Die dateren dan weer uit de 11de-13de eeuw en uit de 17de-18de eeuw, de periode dat de relieken vervaardigd zijn. Het vermoeden bestaat dat het effectief gaat om relieken die aan Sint-Ursula werden toegeschreven.
Joke Bungeneers bevestigt dat er wordt overwogen om ze opnieuw een plaats te geven in de kathedraal. Daar kunnen ze een bijzondere plaats krijgen als getuige van het kerkelijke erfgoed en de rijke reliekengeschiedenis.
Bron: Dienst Erfgoed Provincie Antwerpen