Turkije pakt Assyrische christenen op
In het heuvelland van Tur ‘Abdin (in het Aramees: Berg van de dienaren [van God]) in Zuid-Oost-Turkije leeft een gemeenschap van zowat tweeduizend ‘Aramese’ christenen. Het zijn grotendeels Syrisch-orthodoxen, waarbij we bij de term Suryoye niet aan het huidige Syrië moeten denken, maar aan hun eigen vorm van het Aramees, zoals zich dat in Oost-Turkije ontwikkelde en dat er nog altijd in de liturgie gebruikt wordt. Als gesproken taal hanteren deze christenen een neo-Aramese taal, aangeduid als ‘Turoyo. Deze Aramese christenen (soms worden ze ‘Assyriërs’ genoemd) in Zuid-Oost-Turkije waren begin de jaren 1960 nog met zowat dertigduizend, maar intussen zijn ze al decennialang een speelbal tussen Turkse nationalisten en rebellen van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Tot 2002 gold in het gebied zelfs een permanente noodtoestand.
Vele Assyrische Turken zijn naar het Westen verkast.
Sinds anderhalf decennium keerden verschillende gezinnen echter terug naar dorpen rond de stad Mardin. Van het zeventigtal kloosters en kluizen in de omgeving zijn er intussen ook weer zeven door monniken bewoond. Zo ook het vijftien eeuwen oude Mor Yacoub-klooster, dat op een rotsachtige heuvel op nauwelijks 250 meter van de Syrisch-Turkse grens ligt en in 2014 door de Unesco op lijst van het werelderfgoed werd geplaatst. Aho Sefer Bileçen, de priester-monnik die sinds enkele jaren - samen met enkele leerlingen - in het Mor Yacoub-klooster leeft en bidt, werd eind vorige week echter door Turkse veiligheidsdiensten opgepakt, samen met burgemeester Josef Yar van het nabije Aramese dorpje Arkah en een derde christen uit de streek, Musa Taștekin. Ze worden ervan beschuldigd een voormalig PKK-lid voedsel gegeven te hebben.
Volgens de advocaat van monnik Aho werd niet het minste bewijs aan de rechtbank voorgelegd.
Een man heeft de politie verteld dat hij eten heeft gekregen van zowel monnik Aho als van Musa Taștekin, toen hij nog lid was van de PKK, legt advocaat Ilhan Aydin uit. Dit kan beschouwd worden als het ondersteunen van een terroristische organisatie, wat verboden is in Turkije. Maar zowel monnik Aho als Taștekin kan zich niet herinneren dat ze de persoon die hen nu beschuldigt, ooit eten gegeven hebben. Het is ongehoord dat een klooster binnengevallen wordt om een monnik op basis van zo’n loze beschuldigingen te arresteren, aldus meester Aydin. Zondag was er voor het eerst sinds de restauratie van het Mor Yacoub-klooster in 2014 geen eucharistie. Volgens de Leuvense prof Herman Teule, die de streek goed kent, komt de beschuldiging dat christenen de PKK steunen er wel vaker voor.
Intussen zijn alle gearresteerden, monnik Aho Sefer Bileçen incluis, sinds dinsdagnamiddag opnieuw op vrije voeten.