Vaticaan: ‘Elke christen is influencer'

Het Vaticaan publiceert een document met richtlijnen voor het gebruik van de sociale media.
30/05/2023 - 16:18
De voorstelling van het document over de betrokkenheid van christenen op sociale media
De voorstelling van het document over de betrokkenheid van christenen op sociale media © Vatican Media

Het Dicasterie voor de Communicatie publiceert richtlijnen voor een verstandig gebruik van de sociale media. ‘Naar een volledige aanwezigheid’ telt een 20-tal bladzijden en het is resultaat van een bijeenkomst waarvoor het dicasterie in Rome eerder al specialisten, ervaringsdeskundigen, leken, priesters en religieuzen had samengebracht die op de sociale netwerken actief zijn. Paolo Ruffini, prefect van het dicasterie, en zijn secretaris Lucio Ruiz schrijven dat inmiddels is duidelijk geworden dat de sociale media niet het Beloofde Land zijn geworden waar informatie transparant, in vertrouwen en met een grote expertise wordt gedeeld. Vele van de oorspronkelijke idealen hebben inmiddels plaats geruimd voor de wetten van de markt, waarbij profielen en gegevens van internetgebruikers uiteindelijk worden verkocht. En hoewel het internet contacten kan bevorderen, kan het ontmoetingen in levende lijve niet vervangen. Maar de sociale media bieden ook kansen die wij als christen niet onbenut kunnen laten. Het moet verstandig als hulpmiddel worden gebruikt.

Digitale kloof en verdeeldheid

Het document heeft ook oog voor de sociale dimensie van de digitale snelweg, waarbij sommigen nog meer dreigen gemarginaliseerd te worden vanwege de digitale kloof. In de plaats van mensen samen te brengen hebben deze media vaak ook de verdeeldheid nog meer verdiept waarbij mensen zich vaak nog gesterkt voelen door gelijkgezinden. Daardoor dreigen sociale netwerken veel mensen naar onverschilligheid, polarisatie en extremisme te leiden.

Toch is het document allerminst fatalistisch en het vestigt er de aandacht op dat er nog veel verbetering mogelijk is. Christenen kunnen ook zelf motor van verandering worden en mediabedrijven ertoe aanzetten om hun rol te heroverwegen en om het internet te helpen groeien als echte openbare ruimte. Christelijke internetgebruikers worden aangespoord tot een gewetensonderzoek, onderscheidingsvermogen en voorzichtigheid - niet alleen bij het maken van content, maar ook bij het doorgeven daarvan. 

Sociale netwerken zijn in staat om relaties aan te gaan en het welzijn van de samenleving te bevorderen, maar ze kunnen ook leiden tot verdere polarisatie en verdeeldheid tussen individuen en groepen.

Getuigende aanwezigtheid

Elke christen kan een micro-influencer zijn en naarmate het aantal volgers groeit neemt ook de verantwoordelijkheid toe. Christenen worden ook gewaarschuwd tegen de publicatie of het delen van inhoud die misverstanden kan veroorzaken, verdeeldheid kan vergroten, conflicten kan aanwakkeren en vooroordelen kan verdiepen. Bij het gebruik van internet is het ook niet de bedoeling om te bekeren, maar om te getuigen en te luisteren. Er wordt verwezen naar Jezus die niet aarzelde om zich terug te trekken en de menigte te ontvluchten om uit te rusten en te bidden. Zijn doel was niet om zijn gehoor te vergroten, maar om de liefde van de Vader te openbaren.

De Kerk is een netwerk geweven door eucharistische gemeenschap, waar iedereen zich hecht aan het Lichaam van Christus en anderen verwelkomt.

Digitale liturgie

Het document looft de essentiële en geruststellende rol die de sociale media tijdens de coronapandemie hebben gespeeld bij het verspreiden van liturgische vieringen tijdens de pandemie. Dat moet ook een stimulans zijn om na te denken hoe deze digitale omgeving een aanvulling kan zijn op het sacramentele leven. Tegelijk roept de commerciële exploitatie van de uitzending van de Heilige Mis ook theologische en pastorale vragen op. Wat de liturgie betreft moet het duidelijk zijn dat de digitale media een aanvulling zijn, maar de essentiële rol van liturgie niet kunnen vervangen. De eucharistie is niet enkel iets waar wij kunnen naar kijken, maar waardoor wij ons ook moeten laten voeden

Bron: VIS/I.Media/SIR