Verrassende Mariabeelden in Frankrijk
In vele dorpen en bossen herbergt Frankrijk honderden kapellen en Mariabeelden die in bomen zitten of aan een boom zijn vastgebonden. Het Franse tijdschrift 'Pèlerin' buigt zich over de oorspong van het opvallende fenomeen, waarvan zelfs een interactieve kaart is opgesteld.
Oudste eik
Bij onze zuiderburen is de Allouville-eik, in Normandië, met een hoogte van 18 meter en een omtrek van 15 meter, bekend als de oudste eik van het land. Er wordt zelfs gezegd dat de troepen van Willem de Veroveraar hier voorbij zijn gekomen op weg naar Engeland. Toch verzamelen zich hier elk jaar enkele duizenden bezoekers onder de takken van de boom rond twee kleine kapellen. De traditie gaat al terug tot 1696 toen de dorpspastoor Jacques Delalande du Dtrait een Mariabeeld liet plaatsen in een nis van de boom. Te midden van de onrust werd de eik toegewijd aan de Notre-Dame-de-la-Paix. Vandaag is deze boom, waarrond zelfs een wenteltrap werd gebouwd, de trots van de streek.
Fenomeen van de kapelbomen
Volgens de assumptionist Dominique Lang is de boom een van de opmerkelijkste kapellen van Frankrijk. Hij raakte gefascineerd door het fenomeen en ging van start met het in kaart brengen van Mariabeelden op opmerkelijke locaties. Dat resulteerde in een lijst van honderden 'kapelbomen' of kapellen die aan een boom zijn aangebracht. Lang zet in het tijdschrift Pèlerin zijn theorie uiteen over de oorsprong van het fenomeen, dat vaak verbonden is met bomen die er al sinds mensenheugenis staan en waarrond er een bijzondere verering is ontstaan. Door de ouderdom van de bomen ontstaan er onvermijdelijk nissen. En die lenen zich er uitstekend toe om er Mariabeelden in te plaatsen. Soms werden die nissen zelfs bewoond door kluizenaars, waardoor de verering nog werd versterkt: ‘Om verschillende redenen en vaak uit volksvroomheid kwamen mensen daar kapellen bouwen, die zich geleidelijk ontwikkelen. Soms lagen verhalen over een verschijning van Maria aan de basis.’
Ontstaan van legenden over Maria
Lans meent dat praktische onderliggende redenen hebben bijgedragen tot het ontstaan van de verering rond Mariabeelden. ‘Tijdens de Renaissance werden veel dorpen geplunderd. Om hun eigendommen te beschermen hadden mensen de reflex om ze op beschermde plaatsen te verstoppen, zoals holtes van bomen. Zo gingen veel voorwerpen - waaronder beelden van de Maagd Maria – verloren. ‘De herontdekking van deze vergeten beelden, enkele eeuwen later, werd vaak geïnterpreteerd als een teken uit de hemel, als een uitnodiging om op deze plek een plaats van gebed en herdenking te creëren.’ Dat doet volgens de assumptionist echter geen afbreuk aan de oprechtheid van de volksvroomheid die er ontstond.
Een mooi voorbeeld van de devotie is 'de boom van Ranne', die de band van de mens met de natuur mooi samenbrengt met Maria, als beschermer van het leven. Eeuwenlang was het gebruikelijk om een beeldje van de Maagd Maria in de stam van deze boom te plaatsen.’Tot op vandaag komen mensen aan de voet van duizend jaar oude boom bidden. Zo voelen zij zich verbonden met de diepste beweging van het leven.’ Volgens Lang is er sprake van authentieke volksdevotie, terwijl de kerkelijke hiërarchie zich steeds erg wantrouwend heeft opgesteld ten opzichte van het fenomeen. Volgens hem bestaat er geen enkele twijfel over dat de Mariabeelden aan deze bomen ontelbare harten hebben getransformeerd…
Bron: Pelerin/Aleteia