De vertwijfeling van een psychiater
Ouderenpsychiater An Haekens werd advies gevraagd over een euthanasieverzoek van een rusthuisbewoner die groen licht wou voor zijn dood. Reden: levensmoeheid. Het was snel duidelijk dat er nog geen traject was opgestart om het psychische lijden te exploreren en te begeleiden. Haar advies was negatief en Haekens werd door sommigen prompt verweten onbarmhartig te zijn. Het is moeilijk niet cynisch te worden bij de gedachte dat tegemoetkomen aan zo’n doodswens een teken van 'christelijke barmhartigheid' zou zijn, stelt ze in Tertio nr. 917 van woensdag 6 september 2017.
Hoelang duurt het nog vooraleer het gewoon is een ‘spuitje’ te vragen als men oud is – en wie bepaalt daarbij wat ‘oud’ is? Euthanasie schijnt steeds meer een ‘verworven recht’ waarbij de wet een bijkomstig, vervelend detail lijkt. Het is moeilijk daar geen economische logica in te zien. En het is nog moeilijker niet cynisch te worden bij de gedachte dat tegemoetkomen aan zo’n doodswens een teken van ‘christelijke barmhartigheid’ zou zijn. Dr. An Haekens
Zonder daarvoor te kiezen, krijgen artsen de rol toegemeten van diegene die moet beslissen of een leven nog zin heeft, schrijft dr. Haekens. Ik heb als arts steeds gekozen voor de meest kwetsbaren: psychiatrische patiënten, ouderen met dementie, verstoten alcoholisten en wil me voor hen blijven inzetten als ‘hoopverlener’. Een samenleving die het evident vindt dat sterven op verzoek een recht wordt en dat artsen maar empathisch en barmhartig zijn als ze hierin zomaar meegaan, moet dringend eens nadenken welke toekomst ze aan het creëren is.