Waals bedevaartsoord uit zevende eeuw zoekt toekomst
Al sinds de 7de eeuw wordt Maria vereerd op de heuvel van Chèvremont, met uitzicht op de Vesder. Die devotie kreeg in de 17de eeuw een extra impuls dankzij de kleine kapel die er in 1613 werd gebouwd door jezuïeten die uit Engeland verdreven waren. Tot op vandaag vormt die kapel het hart van de plaatselijke Mariadevotie. In 1861 kreeg de Mariaverering nog een nieuwe impuls dankzij de aanleg van de spoorlijn Luik-Verviers. Zo kwamen er op 4 mei 1874 meer dan 20.000 gelovigen op bedevaart naar Chèvremont. Er kwam ook een klooster van de karmelieten, die voor de geestelijke zorg van de pelgrims zouden instaan, en een basiliek, die tussen 1877 en 1899 in verschillende fasen werd gebouwd. In 1923 werd het Mariabeeld plechtig gekroond, in aanwezigheid van 40.000 mensen. In 1928 verkreeg de kerk de eretitel van basilica minor.
De basiliek van Chèvremont zoekt een religieuze gemeenschap of vereniging om het religieuze karakter van de site te bewaren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zware schade toegebracht aan de geklasseerde Mariasite, al bleef de jezuïetenkapel als bij wonder gespaard. Geld voor de heropbouw was er nauwelijks. In de vorige eeuw verschoof de aandacht voor de Mariaverering ook steeds sterker naar de populaire bedevaartplaats Banneux, op nauwelijks 15 kilometer van Chèvremont, waar Maria in 1933 verscheen. Daarna woonden in het klooster van Chèvremont nog geruime tijd 15 karmelieten. Vier jaar geleden verlieten ook zij de site. Zij keerden terug naar Congo.
Drie pistes
De Vereniging van de Karmelieten van Chèvremont zoekt vandaag, in samenspraak met het bisdom Luik, hoe ze een nieuwe impuls en eventueel een nieuwe bestemming kan geven aan de historische site. Concreet worden drie mogelijke sporen voor de toekomst naar voor geschoven. Het eerste is het aantrekken van een religieuze gemeenschap. Bisschop Jean-Pierre Delville van Luik schreef daarvoor ondertussen ook alle religieuze gemeenschappen aan met de vraag of ze geïnteresseerd waren. Maar daarop kwam geen reactie, ook al omdat de onderhoudskosten van de site geschat worden op 50 à 70.000 euro per jaar. Het tweede spoor is de herbestemming van de site voor ziekenzorg. Daarvoor werd aanvankelijk ook een geïnteresseerde partner gevonden. Maar die trok zich noodgedwongen terug wegens gebrek aan voldoende financiële middelen. De derde mogelijkheid is een vastgoedproject, nadrukkelijk met respect voor de historiek en de symboliek van de plek. Daarvoor zouden zich naar verluidt alvast al kandidaten hebben gemeld.
Bron: La Meuse/RTBf