Willem Lemmens: ‘Euthanasiewet geeft artsen teveel vrijheid’
Willem Lemmens is hoogleraar wijsbegeerte aan de UAntwerpen (UA). Bij het bredere publiek is hij vooral bekend omwille van zijn kritische stem in het euthanasiedebat. In Tertio nr. 920 (woensdag 27 september) heeft hij het uitgebreid over de noodzakelijke gevoeligheid voor menselijke kwetsbaarheid en de spirituele dimensie in ethiek. In een geseculariseerde cultuur veronderstellen we te snel dat we met louter rationele en juridische modellen ethische dilemma’s in de sfeer van bijvoorbeeld leven en dood kunnen ‘oplossen’. Religie herinnert ons eraan dat we dan onvermijdelijk tekortschieten, stelt hij. Dat zie ik gebeuren in de discussie rond euthanasie.
Prof. Lemmens plaatst kritische kanttekeningen bij de manier waarop rationele autonomie als sokkel fungeert voor de euthanasiewet. Het pleidooi voor zelfbeschikking heeft vaak iets rede-loos, vindt hij. Hij pareert onder andere ook het verwijt van onbarmhartigheid dat artsen meer dan eens krijgen als ze niet ingaan op een euthanasievraag.
Broederlijke vermaning is niet in tegenspraak met barmhartigheid. Willem Lemmens
Op de vraag van Tertio of het euthanasiedebat baat erbij zou hebben als de argumentatie meer gewicht zou geven aan de noodtoestand, een notie die in de medische deontologie aanvaard is als rechtvaardiging voor levensbeëindigend handelen, antwoordt Lemmens: Tegenstanders van die piste vrezen dat de noodtoestand de arts en de patiënt te weinig vrijheid geeft. Dat op zich bewijst dat er in het pleidooi voor de euthanasiewet meer op het spel staat: het is een strijd voor zelfbeschikking. De hele kwestie gaat over veel meer dan de medische noodzaak om te kunnen ingrijpen bij acuut nodeloos lijden. Anders had het volstaan binnen de medische deontologie rond het begrip ‘noodtoestand’ meer duidelijkheid te scheppen. Dat had perfect gekund, daar ben ik van overtuigd. In plaats daarvan is er voor een wet gekozen die de arts eigenlijk te veel vrijheid geeft: het wordt zo goed als onmogelijk misbruiken op te sporen en legaal te sanctioneren.