Wim Weren: ‘Meneer, wat mooi, maar ik geloof er niks van’

'Springlevend en een onmisbare bron van zingeving', noemt emeritus hoogleraar Bijbelwetenschappen Wim Weren de Bijbel in een gesprek met Tertio.
10/04/2018 - 15:32
Wim Weren, emeritus hoogleraar Bijbelwetenschappen (Tilburg University)
Wim Weren, emeritus hoogleraar Bijbelwetenschappen (Tilburg University) © RR/Tertio

Je kunt onze geschiedenis en cultuur niet begrijpen als je de Bijbel niet kent. Die evidente waarheid is voor Wim Weren, emeritus hoogleraar Bijbelwetenschappen aan de Tilburg University, evenwel niet de belangrijkste reden om de Bijbel te blijven lezen.  Er is een grote vervlakking, we leven in het hier en nu en voelen ons daar schijnbaar prettig bij. Tegelijk strijden allerhande vormen van zingeving om voorrang. Maar bijna nergens vind ik zulke inspirerende toekomstvisies als in de Bijbelse geschriften.

Schoonheid

De exegeet is niet pessimistisch over de toekomst van de Bijbel.  Hij heeft voldoende kracht in zichzelf en is voldoende open geformuleerd om te overleven, klinkt het stellig. Dat is geen theoretische aanname:  Door fusieprocessen aan de universiteit gaf ik de laatste zeven jaar als hoogleraar les aan de faculteit Geesteswetenschappen. Meer dan voorheen kwam ik er in contact met studenten die niet met de Bijbel waren opgegroeid. Jonge, intelligente mensen die ongelooflijk aanspreekbaar waren als het daarover ging. Eens rees midden in de les een van de beste studenten overeind en riep:  ‘Meneer, wat mooi, wat mooi, maar ik geloof er niks van’. Ik had mijn doel dus grotendeels bereikt, want ik wilde inderdaad dat ze het op zijn minst mooi vonden. Schoonheid kan immers een brug zijn naar het religieuze.

Gist

Ik heb al lang afgeleerd de Bijbelse teksten voor kerkelijke karretjes te spannen. Veeleer omgekeerd probeer ik die teksten in kerkelijke kringen binnen te brengen als een soort gist, een ferment, iets wat ons versteld kan doen staan. Over de positie van vrouwen bijvoorbeeld. Niet omdat ik de beste feminist ter wereld ben, maar omdat ik denk dat ik mijn vak niet goed doe als ik de creatieve rol van Bijbelse vrouwen niet uit de verf laat komen.