Bijbel van A tot Z ~ L van Lam Gods
De uitdrukking ‘Lam Gods’ kennen we als een beeld dat toegepast wordt op Jezus: Jezus is het ‘Lam van God’. Maar waar komt die uitdrukking vandaan? En welke betekenissen gaan dus schuil achter deze aanduiding? We doorlopen de Bijbelse teksten waarin sprake is van een ‘lam’ in relatie tot een mens of mensen. We doen dat in de volgorde waarin die teksten in de Bijbel voorkomen, wat niet hetzelfde is als de volgorde van hun ontstaan.
#1 Isaak als het Lam
De eerste tekst vinden we in Genesis 22,1-2.7-8:
- Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!’ zei hij. ‘Ik luister,’ antwoordde Abraham. ‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die ik je wijzen zal.’ [...]
‘Vader,’ zei Isaak. ‘Wat wil je me zeggen, mijn jongen?’ antwoordde Abraham. ‘We hebben vuur en hout,’ zei Isaak, ‘maar waar is het lam voor het offer?’ 8Abraham antwoordde: ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.’ En samen gingen zij verder.
Jezus zal bij zijn doop (zie Marcus 1,11) een stem uit de hemel horen waarin hij wordt aangesproken als ‘zoon’, en waar hij tevens genoemd wordt ‘de veelgeliefde’ (hier in Genesis vertaald als ‘van wie je zoveel houdt’). Jezus is ‘de Isaak van Moria’, en als zodanig het lam dat zichzelf op de berg Moria – dat is de tempelberg, zegt de Joodse traditie – aan de Vader opdraagt.
#2 Het pesachlam
De tweede tekst vinden we in Exodus 12 vers 3 en volgende en 13,13 (‘Pesachfeest en Uitocht’):
- Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël: ‘Op de tiende van deze maand moet elke familie een lam of een bokje uitkiezen, elk gezin één.’
Paulus zegt in zijn brief aan de Korintiërs: Ons pesachlam, Christus, is geslacht! (1 Kor 5,7).
#3 Het lam in de plaats van de eerstgeboren zoon
In Exodus 13,13 lezen we:
- Elk eerstgeboren veulen van een ezel moet u vrijkopen met een lam. (…) Ook elke eerstgeboren zoon moet u vrijkopen.
In het Johannesevangelie wordt Jezus ‘de eerstgeboren zoon’ genoemd (Joh 1,14) Zie ook Romeinen 8,29. Ook Isaak was de eerstgeboren zoon van Abraham en Sara. Maar Jezus wordt niet vrijgekocht en niet gespaard. Jezus zélf is het lam! En wij zijn dus de vrijgekochte geluksvogels.
- Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. Marcus 10,45
#4 Geleid naar de slachtbank
In Jeremia 11,19 en in Jesaja 53,7 horen we telkens spreken over de dood van een onschuldig lam:
Daarvóór was ik zo argeloos als een lam dat naar de slachtbank wordt geleid. Ik wist niet dat ze tegen mij dit plan hadden gesmeed:
‘Laten wij die boom met al zijn vruchten vellen,
hem uit het land der levenden wegkappen,
dan wordt zijn naam nooit meer genoemd.’ Jeremia 11,19
Vergelijk:
Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet
en deed zijn mond niet open.
Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid,
als een lam dat stil is bij zijn scheerders
deed hij zijn mond niet open. Jesaja 53,7, geciteerd naar Handelingen 8,32
In Handelingen 8,32 wordt deze passage geciteerd en door Filippus toegepast op Jezus.
#5 Het Lam Gods uit het boek Openbaring
In het boek Openbaring lezen we:
Midden voor de troon, tussen de vier wezens en de oudsten, zag ik een lam staan. (…)Het lam ging naar degene die op de troon zat en ontving de boekrol uit zijn rechterhand. Openbaring 5,6-7
De gebroeders Van Eyck schilderden op basis van het boek Openbaring het beroemde schilderij van Het Lam Gods.
Samenvattend
Onder de voorstelling van het Lam Gods gaat een hele wereld van Schriftteksten schuil. Het gaat dus om een gelaagd begrip, met verschillende dimensies. In de hoedanigheid van lam is Jezus als een tweede Isaak, hij is het pesachlam/paaslam van de Uittocht, hij is de onschuldig veroordeelde die als een lam naar de slachtbank geleid wordt, en hij is het Lam dat de zegels van de boekrol kan verbreken.
Wanneer Johannes de Doper Jezus naar zich toe ziet komen, zegt hij: Ziedaar het lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt. (Johannes 1,29.36) Heel zeker is Jezus daarmee ook het lam uit Jesaja 53 is, dat wil zeggen de Knecht waarvan gezegd wordt: Hij droeg de schuld van velen en nam het voor de zondaars op. (53,12)
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Stuur een mail naar de redactie.