Barts Bijbelbrieven: Geachte heer Nicodemus
Geachte heer Nicodemus,
Waarde meester
In het evangelie volgens Johannes komen we u drie keer tegen, al acht ik de kans reëel dat u Jezus van Nazaret vaker heeft ontmoet. Als vooraanstaande farizeeër en lid van het Sanhedrin – destijds het hoogste joodse rechtscollege – onderhield u een unieke band met degene die u volgens uw collega’s had moeten bekampen.
Uw juridische opleiding en persoonlijke principes getrouw, benaderde u Jezus zonder vooringenomenheid en op een intellectueel correcte manier.
Vakkundig bewaakte u het fragiele evenwicht tussen de letter van de wet en de gezonde nieuwsgierigheid die uw karakter tekende. In de Bijbel staan aanwijzingen genoeg dat Jezus Christus nooit een gefundeerde discussie met mensen uit de weg ging. Zelfs niet met overduidelijke tegenstanders. Zolang zijn gesprekspartners zich voldoende open voor zijn boodschap wilden opstellen. Jezus ging onder andere de confrontatie aan met tollenaars, Samaritanen, Romeinse soldaten, mannen en vrouwen, laaggeletterde vissers, zieken, armen en ook een behoorlijk aantal welstellende tijdgenoten. Waarom zou Hij dan niet met een gerenommeerde wetgeleerde in debat gaan?
Van uw confraters hangen de evangelisten geen fraai beeld op. De schijnheilige witgekalkte graven zijn er vooral op uit Jezus in hun kleverige webben van punten en komma’s te vangen, Hem fijn te malen tussen wetsartikel bis en bijlage 3.17.
Jij niet, waarde Nikodemus. Als een rechtvaardige rechter keek jij eerst zorgvuldig de kat uit de boom. Na voldoende objectieve voorkennis ging je rechtstreeks het gesprek met Jezus aan en gebruikte je bewust geen triviale juridische valstrikken om Hem bij voorbaat aan het kruis te nagelen.
Je nam de tijd Hem goed te leren kennen, zijn woorden te laten bezinken en buiten het strakke kader van de geldende juridische argumenten een persoonlijk, rationeel en meevoelend oordeel te vormen.
Ik kan me voorstellen dat Jezus van je nabijheid genoot, ook al begreep jij niet alles wat Hij met zoveel vuur vertelde. De meeste andere mensen trouwens ook niet. Als trouwe dienaar van de joodse wet heb je wellicht enkele nachten wakkergelegen van Jezus’ ontboezeming dat Hij de Zoon van God was. Ook Jezus’ antwoord op je opmerking dat een mens onmogelijk voor de tweede keer kan worden geboren, heeft je in verwarring gebracht.
In schril contrast met je collegae liet je Jezus’ woorden rustig bezinken en onthield je je wijselijk van een vurig en voorspelbaar requisitoir, waarvan de uitslag vooraf vastlag. Je trachtte het aanvankelijk onbegrijpelijke te ontwarren en kwam tot de bevrijdende slotsom dat je een mysterie onmogelijk in geijkte formules en definities kunt ontsluieren. Een mysterie blijft een mysterie. Ongetwijfeld genoot Jezus van jullie vruchtbare gesprekken omdat Hij wist dat jij Hem een eerlijke kans gaf. Zoals het een rechtgeaarde rechter betaamt, ging jij uit van Jezus’ onschuld. Tot het tegendeel was bewezen.
Ik beschouw je als een respectvolle sparringpartner die bereid was je persoonlijke denkbeelden en diepgewortelde geloofsovertuiging in vraag te stellen.
Toen op een dag de andere hoge magistraten de volgelingen van Jezus luidop vervloekten, nam jij het instinctief voor hen op. Jouw tussenkomst heeft hoogstwaarschijnlijk je verdere carrière geen goed gedaan. Je naam duikt voor het laatst op tijdens de haastige begrafenis van Jezus.
Tekst gaat verder onder de foto.
Johannes beschrijft dat jij persoonlijk zorgde voor ‘30 kg geurige zalf, gemengd met zoete kruiden’. Samen met Josef uit Arimatea wikkelde je Jezus’ dode lichaam in doeken, besprenkeld met de kostbare oliën, waarna jullie Hem begroeven. Er was haast geboden, want het begin van de sabbat kondigde zich aan.
Dat uitgerekend jij als farizeeër bij Jezus’ marteldood aanwezig was en persoonlijk van Hem afscheid nam, zegt veel over je loyauteit, je menselijkheid en je open geest.
Kwam je een bijzondere vriend de laatste eer bewijzen of was er naast het diepe respect dat je voor Hem koesterde meer aan de hand? Had Jezus je overtuigd en was je bereid Hem te volgen? Niemand die het met zekerheid weet. Het maakt mij niet veel uit, Nikodemus. Jij stond Hem bij toen zelfs de 12 zorgvuldig uitgekozen en verkoren leerlingen in het donkerste uur hun kat stuurden. Dat is oneindig veel meer waard dan een eervolle vermelding tijdens de veertiende statie op Goede Vrijdag.
Met het diepste respect, Bart Demyttenaere
Reactie van Nikolaas Sintobin
Beste Bart,
Weer een mooie brief, zeg. Ik zou zeggen, met veel liefde en respect geschreven. Dat verklaart, meen ik, dat je echt iets van de sluier van het mysterie van mijn bijna naamgenoot hebt weten op te lichten.
Ik vind het belangrijk dat je opmerkt dat Nikodemus rechtstreeks in gesprek gaat met Jezus.
Ik denk dat wij dat vandaag ook best doen, en liever meer dan minder. Niet over, wel mét Jezus spreken. Dat is toch een voorwaarde opdat er iets als een persoonlijke band kan ontstaan, niet? Goed voor Nikodemus.
Ook goed voor Jezus, van wie je opmerkt dat Hij waarschijnlijk van Nicodemus’ aanwezigheid genoot. Ik heb alle redenen om aan te nemen dat dit nu, na de Verrijzenis van Jezus, nog steeds zo is. Maar dan voor elke christen die probeert te werken aan zijn of haar verbondenheid met de levende Heer. Liefde en vriendschap zijn wederkerig.
Mij boeit ook bij Nikodemus dat hij Jezus gaat opzoeken in de nacht. Je zou kunnen denken dat dit een beetje laf is. Waarom komt hij niet op klaarlichte dag naar Jezus? Het einde van het verhaal, dat je uitvoerig beschrijft, maakt duidelijk dat Nikodemus bepaald geen beunhaas is. Daarom vind ik het des te deugddoender te lezen dat die openheid van Nikodemus naar Jezus toe is moeten groeien. Dat er in het begin schroom, terughoudendheid en mogelijks zelfs angst was.
Dat is vandaag niet anders. Vele christenen kennen de ervaring van de Nikodemusgesprekken.
Je gaat vandaag de dag doorgaans niet met luide stem op het marktplein het gesprek aan met of over Jezus.
Wel liever in de veilige beslotenheid van een kamer, één op één. Dat kan evolueren. Dat kan groeien. Sommigen weten zich na verloop van tijd geroepen om publiek over Jezus te getuigen en doen daarmee erg veel goed. Maar het mag ook anders. Schroom en verlegenheid zijn geoorloofd. En voor iedereen is groei mogelijk. Wat goed dat Johannes zich die ontmoetingen met Nikodemus herinnerde en ze ons heeft overgeleverd.
Hartelijke groet uit Amsterdam, Nikolaas