Woorden wekken waarheid en verwondering
Het geloof is een voortdurende hertaling van de Boodschap voor nieuwe tijden en een blijvende vertaling van de Openbaring in ons eigen leven. Van weten naar handelen. Van woord naar daad. De parabel van de talenten indachtig, is het geloof tenslotte de omzetting van erfenis in werkkapitaal. Precies daarom zijn ook de testamentaire teksten steeds weer aan her- en vertaling toe.
Zoals het geloof zelf is ook Bijbelstudie nooit af.
De Bijbelse teksten ontstonden in een bepaalde maatschappelijke en culturele context en worden vandaag gelezen in een andere maatschappelijke en culturele context. Tekst kan niet zonder context begrepen worden. Sommige woorden krijgen in de loop der tijden een andere betekenis. Ook nieuwe analyse van de grondtekst en nieuwe kennis van de context van toen graven oude woorden uit en heien nieuwe in de plaats.
- Tussen haakjes: meer dan 12.000 woordwijzigingen zijn er in de nieuwe Bijbelvertaling die een paar weken geleden verscheen. Nochtans was de vorige Nieuwe Bijbelvertaling nog geen 20 jaar oud. De allernieuwste vertaling is dan ook niet volledig nieuw, maar een upgrading van die uit 2004. Daarom heet ze afgekort NBV21 (Nieuwe Bijbelvertaling versie 2021).
Allereerste wijziging: woordje 'nog'
Zinnen werden vertimmerd en woorden vervangen. Soms werd ook een woord gewoon geschrapt, als de vorige vertalers te ijverig waren geweest om te verduidelijken of aan te vullen. De allereerste wijziging in de Bijbel is er zo eentje. Meteen in de tweede zin van Genesis.
- In de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 stond: "De aarde was nog woest en doods..."
- In de NBV21 werd dat: "De aarde was woest en doods..."
Geen 'nog', dat bijwoord staat trouwens niet in de Hebreeuwse tekst. Die schrapping maakt mij blij.
Ik houd immers niet van 'nog', het pastorale stopwoord dat denken en dromen over de toekomst doet stokken en stoppen.
Hoeveel dopen en begrafenissen waren er nog vorig jaar? Hoeveel mensen komen nog naar de mis? Hoeveel priesters zijn er nog en hoeveel parochies zullen we nog kunnen bemannen? Nog is naar het heden kijken met het oog op gisteren. Ik wil een kerk die naar het heden kijkt met het oog morgen. Ook 26 eeuwen geleden werd het scheppingsverhaal niet neergeschreven met het oog op gisteren maar met het oog op morgen. Een toekomst die doorgaat tot het einde der tijden.
Zaligsprekingen
Het is in het perspectief van die toekomst dat het Joodse volk toen uit de ballingschap kwam en wij nu uit de apathie moeten komen. Want de aarde is ons gegeven om die humaner te maken. Daarom is voor mij de mooiste woordwijziging in de Bijbel die in de Zaligsprekingen bij Matteüs, vers 5 van hoofdstuk 5.
- In de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 stond: "Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten."
- In de NBV21 werd dat: "Gelukkig de zachtmoedigen, want ze zullen de aarde bezitten."
Het gaat in het geloof niet om het bezit van land in de betekenis van grond of staat, maar om het welzijn van de aarde in de betekenis van schepping en leven. Niet zij die hard van aanpakken zijn en streven naar eigenbelang, maar zij die zacht van gemoed zijn en werken voor het algemeen belang, kunnen de aarde in handen nemen en de schepping voltooien.
Het belang van woorden
Woorden zijn belangrijk, want het zijn woorden die tot daden manen. "In het begin was het Woord", aldus de eerste zin van het evangelie volgens Johannes. Zelfs de schepping is door het Woord in beweging gekomen en tot evolutie overgegaan. In Genesis staat niet dat God met eigen handen het heelal schiep, maar dat Hij het tot leven riep. "God zei: 'Laat er licht zijn', en er was licht... God zei... God zei... God zei... God zei... God zei... God zei..." Zevenmaal "God zei".
God gaf in dat scheppingsverhaal aan de mens de bevoegdheid om de dieren een naam te geven. Woorden benoemen, wijzen aan, definiëren, catalogeren, ordenen. Die taal had de mens nodig om de werkelijkheid te onderzoeken en de aarde voor bewaring te beheren. In het begin van alle kennis en macht staat het woord: het woord dat aanwijst.
Met die namen begonnen het inzicht en het uitzicht, de ontleding van het hoe en de vraagstelling naar het waarom. Zonder taal geen wetenschap en rede, zonder taal geen filosofie en religie. Woorden wekken waarheid en verwondering tot leven. Taal maakt van mensen medescheppers.
Taal brengt mensen samen, taal scheidt ook. Taal is Jeruzalem én Babel.
Ze hoorden hen spreken in hun eigen taal en ze spraken elk hun eigen taal. Taal verbindt en taal scheidt. Je behoort tot een bepaalde taalgroep en dus niet tot andere, maar de taal van de liefde en de hoop verstaan we woordeloos. Ook in verbondenheid leven kunnen we niet zonder woorden.
Taal is ook het enige instrument om God ter sprake te brengen en het Woord van het Begin te laten horen in de meertaligheid van nu, morgen en overmorgen. Daarom zal elke Bijbelvertaling voorlopig zijn. Tekst kan niet zonder context begrepen worden en leven worden. "In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen." (Johannes 1,4)