Oogopener: islamitische mystiek behoort ook tot ons erfgoed
Marc Colpaert (1945) is cultuurfilosoof, gewezen journalist (Wereldwijd) en medeoprichter van de opleiding Intercultureel Management (CIMIC, Thomas More Mechelen), waarvan het gedachtegoed nu wordt verdergezet in CIMIC vzw. Al ruim 30 jaar belicht hij het mystieke hart van de islam, vrijwel onbekend in christelijke middens en helaas ook bij veel moslims verdrongen door het Saudi-Arabische salafisme.
Met een boek en studiedag op 12 maart, gewijd aan de grote islamitische filosoof Ibn al’Arabi, hoopt hij dit belangrijke erfgoed weer tot spreken te brengen, zodat moslims én christenen opnieuw kunnen putten uit gedeelde bronnen.
Lees het interview onder de afbeelding.
Wat fascineert jou zo in een islamitische filosoof uit de middeleeuwen?
Marc Colpaert • Ik leerde Ibn al’Arabi kennen via het boek dat ik net vertaalde: Heilige verbeelding, Ibn al’Arabi over religieuze diversiteit (Synthese, 2021). Het was psychologe en moslimfeministe Durre Ahmed die het me in de jaren 80 in handen stopte op reis in Pakistan. De auteur, William Chittick, is prof aan de State University New York. Zijn boeken over Rumi en Ibn al-‘Arabi zijn standaardwerken over het soefisme, het mystieke hart van de islam.
Rumi – ook Mevlana, Onze Meester genoemd – schreef prachtige gedichten over de liefde en is daardoor iets bekender dan Ibn al’Arabi. Wie ooit in de Turkse stad Konya bezocht, heeft misschien de Dansende Derwisjen gezien. Vandaag vaak niet veel meer dan een toeristische attractie, drukt die wervelende dans een diepe spirituele ervaring uit, waarbij contouren vervagen en het verlangen naar eenwording met de Werkelijke vanuit het hart gestalte krijgt.
De ervaring van eenheid in verscheidenheid, kosmische verbondenheid, wordt sterk uitgedrukt in de mystieke islam.
Ik heb me 30 jaar verdiept in dit pad zonder het mijne te verlaten, als een berg die ik beklim – ik heb de schoonheid ervan ervaren en sindsdien wil ik dat delen. Dat blijkt niet makkelijk. Christenen denken vaak dat ze niets met de islam te maken hebben. En ook in de islam zelf zijn er weerstanden om dit bevrijdend bewustzijn te omarmen.
Als we dieper in de ziel zouden durven kijken, dan kunnen we die knopen ontwarren en dichter bij de Werkelijkheid komen.
Wat voor iemand was Ibn al’Arabi?
Zijn levensloop vertoont veel gelijkenissen met die van Sint-Franciscus. Ze leefden ook in dezelfde periode: eind 12de, begin 13de eeuw, maar wel in een andere regio: Ibn al’Arabi werd geboren in Murcia, Andalusië. Een groot deel van het huidige Spanje was toen islamitisch. Zijn vader was eerst in dienst aan het hof in Murcia en nadien in Sevilla, waar Averroës – islamitisch geleerde en de ‘Grote Commentator’ van de filosofie van de Griekse Aristoteles – ook een tijd lang rechter (qadi) was.
Op zijn 15de kreeg hij een visioen, dat zijn leven zou bepalen. Averroës, voor wie kennis en rede de weg naar God waren, was benieuwd naar de ervaringen van de adolescent en nodigde hem uit voor een gesprek. ‘En?’, vroeg Averroës, onder de indruk van de openbaring waarover de jongen vertelde: ‘Wat voor oplossing heb je gevonden via verlichting en goddelijke inspiratie? Is het precies dezelfde als degene die we via speculatief denken bereiken? ‘ ‘Ja’, zei Ibn al’Arabi, ‘en nee.’ De jonge ziener vond dat je zonder verbeelding Gods Werkelijkheid niet kon vatten. Met verbeelding bedoelde hij geen fantasie, maar eerder de intuïtie.
De rede speelt wel een fundamentele rol, maar zonder aanvulling van de intuïtie of openbaring en profetisme reduceer je de totale werkelijkheid.
Na zijn visioen deed Ibn al’Arabi afstand van alle familiale rijkdom om een religieus leven te leiden.
Dat doet me denken aan Franciscus die zijn mantel afdeed, aan zijn vader gaf en een pij aantrok.
Inderdaad. Ibn al’Arabi (geb. 1165) begon ook net als Franciscus (geb. 1182) als een arme nomade rond te trekken. Hun wegen voerden naar het oosten. Hij reisde door Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Die regio’s werden bedreigd door de expansie vanuit Mongolië in het Oosten en door de kruistochten vanuit het Westen. Maar daarover lezen we niets bij Ibn ’Arabi. Hij gaat niet op die politieke tegenstellingen in, maar verklaart geregeld zijn opgenomen worden in de ‘eenheid van zijn’ en zijn verlangen naar ‘dienaarschap’, openheid en respect voor ‘de andere’.
Rond z’n 30ste begon begint zijn literaire productie. Met regelmaat reist hij tussen Fez en Andalusië, maar vanaf 1201 trekt hij oostwaarts, richting Mekka (waar hij zijn hoofdwerk De Mekkaanse Openbaringen schrijft). Al’Arabi overleed in 1240 op 75-jarige leeftijd in Damascus (Syrië), waar voor hem een mausoleum werd gebouwd.
Hebben Franciscus en Ibn al’Arabi elkaar ooit ontmoet?
Neen, maar ze delen wel op veel vlakken hetzelfde aanvoelen, zoals de idee van universele broederschap of eerbied voor de schepping als vindplaats van God. Ibn al’Arabi was ervan overtuigd dat elke mens God op zijn eigen unieke maar ook begrensde manier kan leren kennen.
De diversiteit is Gods werk, was zijn overtuiging. En alleen in die diversiteit kan de Ene gevonden worden.
Het citaat in de afbeelding doet denken aan wat Jezus zegt over je leven verliezen om het te winnen.
Dat is niet zo verwonderlijk, want voor Ibn al’Arabi was Jezus een belangrijke inspiratiebron. Meer zelfs, hij beschrijft die eerste openbaring van hem als een ontmoeting met Jezus (of in zijn taal Isa): 'Het was in zijn handen dat ik bekeerd werd. Hij vroeg me te volharden in geloof in deze lage wereld en in de andere wereld, en hij noemde me zijn geliefde. Hij droeg me op me te oefenen in onthechting en zelfopoffering.'
Die onthechting bracht Ibn al’Arabi ertoe zich los te maken van allerlei vooropgestelde beelden over God en de werkelijkheid.
Hij noemt het knopen, die ontward moeten worden. ‘Pas op dat je niet wordt begrensd door één specifieke knoop en dat je in niets anders gelooft, op het gevaar af dat er een groot goed aan jou ontsnapt’, is één van zijn beroemde raadgevingen. ‘Wees in jezelf het materiaal voor alle geloofsvormen want God is breder en meer ontzagwekkend dan dat Hij zou moeten worden ingesnoerd door één knoop en niet door een andere.’ (Fusus 13)
Ook de gelijkenissen met het gedachtegoed van Meester Eckhart zijn opvallend.
Inderdaad. Zo lezen we bij Meester Eckhart: ‘De persoon wiens houding verschilt al naar gelang het object, en die God liever heeft in deze of gene vorm, is grof, ongeschoold en een kind. Mens zijn is God in alle dingen op gelijke wijze zien.’ Ook Eckhart promoot het leeg worden van zichzelf om God te laten binnenkomen.
Let op, dit is geen syncretisme, elke religie houdt zijn eigen weg en uitdrukkingsvormen.
De mystieke ervaring leert wel dat die verschillende vormen van wijsheid voortkomen uit dezelfde essentie. God, de Ene, onthult zichzelf in verscheidenheid.
De middeleeuwen worden vaak donker genoemd, maar dit is toch een erg verlichte zienswijze...
De 13de eeuw, maar ook de eeuwen ervoor, geven blijk van een intens zoeken, reflecteren over én ervaren van de Werkelijkheid door geleerde mensen, vanuit de wetenschap en de filosofie, die toen nog sterk verbonden waren. Ze vroegen zich af wat hun bestaan betekende, welke rol ze in dit leven te vervullen hadden, hoe de aarde zich verhield tot de macrokosmos, hoe de mens – anders dan de andere levende wezens – zichzelf en zijn bewustzijn kon leren kennen, en in welke mate de mens geschapen was ‘in de vorm van God’.
Ook al waren er invasies vanuit Mongolië en kruistochten vanuit het westen, toch bleven islamgeleerden heel breed denken. Ibn al’Arabi liet een groot oeuvre na en drukte eeuwenlang een soefistische (mystieke) stempel op de ontwikkeling van de islam.
Wat hoop je met het boek en de studiedag rond Ibn al’Arabi te bereiken?
Door de kruistochten, maar ook door het salafisme dat de laatste 60 jaar de islam domineert, ging het nalatenschap van Ibn al’Arabi verloren in het collectieve geheugen.
Op zoek naar wat ons bindt in de groeiende diversiteit van onze samenleving, ligt hier een schat aan inspiratie.
Ik hoop dat dankzij mijn vertaling van het boek van William Chittick over Ibn al’Arabi zowel moslims als niet-moslims zullen kennismaken met zijn spiritualiteit.
Op de studiedag lichten Gregory Vandamme, Christine Gurwez en ikzelf het werk van Ibn Arabi toe. Moslims en niet-moslims vertellen over hoe al’Arabi’s spirituele verbeeldingskracht vandaag nog altijd herkenbaar is en hun hedendaagse werk inspireert: Leuvens burgemeester Mohamed Ridouani en psychologe Birsen Taspinar, benedictijn Benoît Standaert en antropologe Stella Nyanchama Okemwa.
Meer weten
- Ontdek het programma van de studiedag Ibn al’Arabi over de heilige verbeelding en religieuze diversiteit, georganiseerd door CIMIC, Spes en Waerbeke, op 12 maart.
- Ontdek het boek Heilige Verbeelding (vert. Imaginal Worlds, William Chittick) door Marc Colpaert, uitgegeven bij Synthese.