Harten zonder Grenzen - Een mens valt niet samen met zijn gedrag
De grijze balkjes in de tekst geven aan waar je een audiofragment kan beluisteren. Druk op de Play-knop vooraan.
De busrit duurde veel langer dan voorzien door ellenlange files. Italië deed op zich wachten. Onze reizigers – allemaal jongeren met een vorm van autisme – werden moe. En sommigen agressief, vertelt Katlijn Vandebroek (22). Omdat ze nog niets over autisme afwist, besloot ze eerst een beetje te kijken naar de meer ervaren begeleiders van het kamp (van Kazou, CM).
Naarmate het zelfvertrouwen groeide, durfde ze ook tussenkomen als het nodig was.
Eén van de jongeren had vaak agressieproblemen. Zodra ik met hem ging wandelen, werd hij rustig en begon hij zich zelfs te verontschuldigen. Hij toonde me hoe ik hem volgende keer moest vastpakken, in een houdgreep. Dat was heel ontwapenend. Ik vond het heel mooi om de mens achter het gedrag te leren kennen.
Ik voelde dat je die gasten niet aan hun lot moest overlaten als ze moeilijk gedrag stelden.
Beter was om hun gedrag ter sprake te brengen, soms niet meteen, maar toch.
Het was een zwaar kamp, dat zeker. Maar Katlijn haalde er een belangrijke levensles uit: een mens valt niet samen met zijn gedrag. Het maakt van haar beslist nog meer toegewijd als kinesiste in spe.
Knikkende knieën
Haar eerste Jombakamp herinnert Katlijn zich nog levendig. Het was een integratiekamp, voor kinderen met en zonder fysieke en mentale beperkingen. Een heel uiteenlopend publiek. Mijn ouders hadden me ertoe aangezet om mee te doen. Ik had geen enkele ervaring met kinderen met een handicap en was heel onzeker en bang. Maar bij het eerste contact viel er al een last van mijn schouders. De sfeer zat goed.
Veel van die kinderen kenden elkaar al van vorige kampen.
Ik vond het heel mooi om te zien hoe vanzelfsprekend ze met elkaar omgingen en elkaar hielpen waar nodig.
Hoe vroeger je leert omgaan met kinderen met een beperking, hoe beter, eigenlijk. Ik moest op mijn 17de nog leren dat het gewoon mensen zijn zoals iedereen.
De microbe had Katlijn goed te pakken na dat eerste kamp. De kinderen zijn zo dankbaar. Alles wat je doet, is goed. Ze herinnert zich nog een moment van diepe ontroering. Het was een bonte avond en de foto’s van het kamp werden geprojecteerd. Het ene na het andere gezicht lachte ons toe met een brede smile. Ik besefte plotseling hoe bijzonder dat was.
Slappe lach
Dat het haar zoveel energie geeft om iets voor deze kinderen en jongeren te kunnen betekenen,zegt Katlijn. Ze ontwikkelde er ook veel nieuwe vaardigheid door, bijvoorbeeld wat de verzorging betreft. Zo was ik eens verantwoordelijk voor een jongen met SMA, een verlamming. Hij moest op een bepaalde manier gedragen worden en ’s morgens en ’s avonds was ik een uur bezig met zijn verzorging.
Hij zei me hoe ik het moest doen, maar dat lukte niet meteen – ik was nogal onhandig.
Dat leidde tot komische situaties, waarbij we bijna de slappe lach kregen. Het was een hele opluchting dat het niet perfect hoefde te zijn. En gelukkig is ze intussen wel wat handiger geworden, grapt ze.
Weg van God
Op haar 17de ging Katlijn ook voor het eerst mee op een reis van IJD-Jongerenpastoraal Vlaanderen. Daar herontdekte ze haar geloof. Ik ben daar super enthousiast over en ga nu elk jaar mee. Onlangs nam ik deel aan het traject Weg van God; 100 dagen bezinnen met de Bijbel.
Dat was wel heftig, want ik was niet gewoon om in de Bijbel te lezen. Maar daarom vond ik het net ook heel interessant. Je komt jezelf wel tegen op zo’n traject! Mijn begeleider hielp me ook goed om de tekst juist te duiden en te ontdekken hoe ik hem op mijn eigen leven kon leggen. Ik heb daar veel inzichten uitgehaald.
Ik ontdekte dat ik heel graag psalmen lees. Ongelooflijk hoe herkenbaar gedachten en gevoelens van toen nog zijn!
Van haar begeleider kreeg ze dan ook een boekje cadeau met enkel de psalmen. Het ligt hier op mijn kot. Ik lees er geregeld in.
'De Heer is mijn herder. Niets kom ik tekort.'