Wat ik paus Franciscus wil zeggen ~ Open kaart (1)
De nieuwste vraag komt telkens bovenaan de pagina. Praat zelf mee in de reacties onderaan het artikel. Hou je reactie beperkt tot 1 veld en tot het onderwerp van de vraag.
Bestel 'Open kaart over de kerk' om in jouw groep aan de slag te gaan met de vragen van de Synode over synodaliteit. Twijfel je nog? Lees eerst: Wat is een synodaal gesprek en hoe begin ik eraan?
#5
Tine De Leeuw (coördinator Sint-Michielsbeweging) • Oei, mijn antwoord komt niet spontaan. Dit is blijkbaar niet zo overvloedig aanwezig in de media…
Wat ik wel als positief ervaar, is de oprechte interesse van journalisten van lokale media.
Ik waardeer het ook als geloof objectief genoemd wordt, zoals bijvoorbeeld met kerst in De Morgen. Daar las ik een reflectie over het feit dat mensen nog zo gehecht zijn aan Kerstmis, terwijl voor gelovigen zelf Pasen eigenlijk centraler staat. Het is goed dat dit genoemd wordt en mensen aanzet tot persoonlijke reflectie en gesprek.
Jürgen Soetens (godsdienstleraar) • Naast de genoemde reactie van bisschop Bonny denk ik aan de kersttoespraak van paus Franciscus. Bij niemand anders hoorde ik aandacht voor de uithoeken van leed en oorlog in de wereld. Ik denk ook nog terug aan zijn Urbi et Orbi tijdens de eerste golf van de pandemie op een totaal verlaten en uitgeregend Sint-Pietersplein. Wat zijn tussenkomsten in de media zo sterk maakt, is zijn menselijkheid. Zelfs wanneer hij iemand een saflet geeft omdat ze te dicht komt en hem bijna doet vallen.
Christa Damen (pedagogisch begeleider, voorzitter IPB) • Ik bewonder de Duitse kerk met haar synodale weg, die geleid heeft tot een rapport met gewaagde standpunten. Of hoe daar een grote groep uitkwam voor zijn seksuele geaardheid.
In Vlaanderen hebben de bisschoppen tijdens de lockdowns een kans laten liggen om een boodschap van hoop te geven. Dat verkoopt niet makkelijk aan de grote media, dat weet ik, maar ook in de kerkelijke media was de kerkleiding weinig te horen.
Positief is dat onze bisschoppen zich meer als mens durven te tonen in de media.
Denk aan Johan Bonny in zijn verontwaardiging over het holebidocument, Jozef De Kesel over zijn ziekte (in het paasnummer van De Standaard, 2021). Ik denk dat die invalshoek ook meer inspeelt op wat journalisten vandaag graag lusten.
#4
Tine De Leeuw • Ze kan iets doen door concreet de handen uit de mouwen te steken en niet enkel te filosoferen. Denk maar aan de overstromingsramp, de vluchtelingenstroom, gezinnen die het niet breed hebben. Als Kerk hebben we de taak concreet een steen te verleggen in het leven van mensen. Daarnaast is het ook goed om zingeving en geloof te blijven aanbieden, zolang dit maar rekening houdt met het echte leven en niet uitgaat van perfecte gezinnen en situaties.
Jürgen Soetens • Als ik terugdenk aan de verontwaardigde reactie van bisschop Johan Bonny op het Vaticaans document over holebi-relaties, dan denk ik: ja, daar toont alvast een deel van de kerk zich als een tochtgenoot. We zouden ook meer zichtbaar kunnen deelnemen aan marsen voor het klimaat en daar onze stem als kerk luider laten horen. Te weten dat Groen! – destijds Agalev – mee opgericht werd door jezuïet Luc Versteylen?!
Christa Damen• Als kerk moeten we daar zijn waar de structuren tekort schieten. Wat paus Franciscus de periferie noemt. Onderwijs en gezondheidszorg zijn overgenomen door de staat. Het is mooi dat de kerk zich steeds verplaatst naar plekken die misschien nooit georganiseerd zullen worden.
Een goed voorbeeld is priester Fernand Maréchal uit Zeebrugge en zijn inzet voor transmigranten.
Oké, dat is niet iedereen gegeven … ik doe het zelf ook te weinig …
#3
Tine De Leeuw (coördinator Sint-Michielsbeweging) • Ze zijn in de eerste plaats diepmenselijk! Van daaruit willen ze actief samenleven met anderen en met Iemand die ons overstijgt. Allen zijn ze gedreven om echt te leven, om echt iets ten goede te veranderen in de wereld. Ze openen hun ogen, oren, hart en handen voor de ander en zeker voor wie in nood is. Het zijn geen supermensen die alles weten of kunnen, maar wel mensen met een heel groot hart die verder kijken dan de vierkante meter rond zichzelf. Ze hoeven geen roem want ze weten dat ze het niet alleen kunnen.
Jürgen Soetens (godsdienstleraar) • Ik denk dat Jezus’ tochtgenoten in cirkels rond Hem lopen. De één loopt al dichter bij Hem dan de ander. Niet iedereen hoeft belijdend te zijn, maar je hebt wel degelijk tochtgenoten nodig die dicht bij Hem staan.
Wat hen bindt, is hun zorg voor armen en kleinen.
Ze laten zich door Jezus inspireren en durven tegen de stroom ingaan.
Christa Damen (pedagogisch begeleider, voorzitter IPB) • Een treffend beeld daarvoor vind ik in Handelingen 2: Ze bezaten alles gemeenschappelijk en kwamen samen in een of ander huis om het brood te breken. Samenkomen en delen met wie behoeftig is. Ze verschillen in de intensiteit waarmee ze dat doen. De één richt zich meer op het Woord, de ander heeft misschien meer talent voor de actie. Maar het mooie bij de eerste christenen dat dit samenging. En de gastvrijheid gaat voor alles.
#2
Tine De Leeuw • Ik vind het soms gemakkelijker om voor anderen te zorgen dan voor mezelf. Tegelijk weet ik dat ik zelf niet God de Vader ben en het heel zinvol is om mensen bij Hem te brengen. Ik probeer een tochtgenoot te zijn voor anderen door te luisteren, wat niet altijd gemakkelijk is, want vaak zit ik al met mijn eigen verhaal klaar in plaats van echt ruimte aan de ander te geven. Daarbij is het ook belangrijk om attent te zijn en effectief aandacht te geven of te helpen.
Als ik over mijn geloof spreek, probeer ik dat altijd voorzichtig te doen, we hebben God niet zomaar in onze broekzak zitten.
Jürgen Soetens • Tijdens corona stuurde ik dagelijks een mail met een inspirerende boodschap naar de leerlingen en met de uitnodiging daarop te reageren. Wanneer het met iemand minder goed ging, mailde ik terug. Zo waren er diepgaande gesprekken. Vanochtend zag ik dat het niet goed ging met een leerling. In de pauze vroeg ik: Gaat het wel? De tranen stonden meteen in de ogen.
Ook voor de kinderen van mijn broer en zus probeer ik een goede tochtgenoot te zijn. Zo probeer ik hen bij gelegenheid de Bijbelverhalen bij te brengen. Ooit was ik priester, zei ik eens verontschuldigend tegen mijn schoonzus. Ze stelde me gerust: Dat is nog altijd jouw rol.
Christa Damen• Ik begin vergaderingen met schoolbesturen meestal met een rondje ‘lief en leed’. Zo probeer ik ruimte te geven om samen op weg te gaan. De deur van mijn kantoor staat ook letterlijk open voor mensen die eens willen binnenspringen. Ik vind dat het tot onze rol behoort als begeleiders van identiteit en pastoraal op een school om een luisterend oor te zijn.
#1
Tine De Leeuw • Ja, gelukkig zijn er verschillende mensen in mijn leven die dit doen. Op mijn eentje voel ik me soms kwetsbaar en onzeker. Door met iemand te spreken die ik mag vertrouwen, kom ik weer bij mijn fundamenten terecht. Soms denk ik dat ik rechtstreeks bij God terecht moet kunnen, maar voor mij is het toch vaak nodig dat een vriend als een soort tussenpersoon me bij Hem brengt. En soms ben ik zoals de Emmaüsgangers en besef ik pas achteraf dat Jezus met me meeging.
Jürgen Soetens • Mijn partner is zeker zo iemand. Sinds corona staan we altijd samen op om de dag te beginnen met een gebed. En mijn ouders. Mijn moeder is geen babbelaar, ze luistert vooral. Ze geeft je altijd weer het gevoel dat je mag zijn wie je bent.
Tegenwoordig betrap ik me er ook op dat het winkeltje van mijn broer wel eens ‘toevallig’ op mijn pad ligt wanneer ik de nood voel om te wandelen.
Ook mijn leerlingen kunnen me soms echt verrassen. Zoals toen iemand de zin van het leven samenvatte: Graag zien en graag gezien worden, meneer! Oké, hij had dat in de les geleerd, maar nu leerde ik het van hem. Ik had er nood aan om dat opnieuw te horen, en dan nog wel van die ene leerling.
Christa Damen • In het team pedagogische begeleiders heb ik heel wat collega’s bij wie ik terecht kan als ik worstel met iets. Geloof en leven kunnen er ter sprake komen, het behoort bijna tot het dna van het katholiek onderwijs, vind ik. Maar in mijn vrijwilligerswerk in de parochie kom ik mensen tegen die op hun werk het omgekeerde ervaren. Ik besef dat mijn werkomgeving op dat vlak uniek is.