Bijbel van A tot Z ~ U van uur
Wat valt er nu te verklaren aan een simpel woord van drie letters als ‘uur’? En toch. Een uur is niet altijd alleen maar die tijdmaat van 60 minuten. Als volle maat staat het ook voor een tijdgevoel. Dat duurde daar een uur!, gaat als uitdrukking misschien over een kwartier rijtje wachten aan een kassa.
In het Bijbelboek Prediker horen we zeggen dat er ‘voor alles wat er gebeurt een uur is’ (3,1). Hier heeft uur de betekenis van een bestemde en toegemeten tijd. Die betekenis vinden we ook terug in het gedicht Het uur U van Martinus Nijhoff. Of in de uitdrukking: Zijn laatste uur heeft geslagen. Wist je dat die uitdrukking uit de Bijbel komt? Lees maar eens Jeremia 50,27.
Het uur van Jezus
Het is dan ook niet verwonderlijk dat het woord ‘uur’ in het Johannesevangelie de bijzondere betekenis krijgt van de vastgestelde tijd waarop zich iets heel bijzonders zal voltrekken. Vanaf het begin van Jezus’ openbaar optreden, horen we iets over dat ‘uur’ dat alle tijdsaanduidingen overstijgt:
- Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ ‘Vrouw, wat wilt u van Me?’ zei Jezus. ‘Mijn uur is nog niet gekomen.’ Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is. Johannes 2,1-5 – NBV21
Johannes bouwt zijn evangelie op in een spanningsboog die reikt van het ‘eerste teken’ (de bruiloft te Kana) naar het ‘laatste teken’ (het kruis). Halfweg het boek, na de afsluiting van Jezus’ openbaar optreden, horen we:
- Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn uur gekomen was en dat Hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die Hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. Johannes 13,1
Hier blijkt dat ‘het uur’ van Jezus te maken heeft met diens terugkeer naar de Vader. Dit ‘uur’ is nu heel nabij, is eigenlijk al begonnen. En wat doet Jezus als eerste in dit uur? Hij wast de voeten van zijn leerlingen, als een nederige dienaar, opdat ook wij – die leerlingen van Jezus zijn – voortaan ‘elkaar de voeten zouden wassen’. (Joh 13,14)
Het ‘uur’ heeft dus iets te maken met nederig en dienstbaar worden, met zich niet schamen voor het werk van een slaaf.
Wat vaak onopgemerkt blijft, is dat Maria zowel bij dat eerste teken als bij dat laatste aanwezig is. Door die boog te spannen, suggereert Johannes dat ze er altijd bij was. Haar opmerking ‘Doe maar wat Hij jullie zegt’ gaat als een echo mee.
Openbaring van Gods grootheid
Aan diezelfde tafel zal Jezus ook een indringend gebed uitspreken, ook wel het Johanneïsch hogepriesterlijk gebed genoemd. De evangelist leidt dit gebed als volgt in:
- Nadat Jezus dit gezegd had, sloeg Hij zijn ogen op naar de hemel en zei: 'Vader, nu is het uur gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen. Hij heeft van U macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die U aan Hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken. Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus. Ik heb op aarde uw grootheid getoond door het werk te volbrengen dat U Mij opgedragen hebt. Vader, verhef Mij nu tot uw majesteit, tot de grootheid die Ik bij U had voordat de wereld bestond.' Johannes 17,1-5
Het spreken van Jezus heeft nog iets versluierends. In ‘het uur’ dat ‘nu’ gekomen is, zal Jezus de ‘heerlijkheid’, ‘glorie’ of ‘grootheid’ van God openbaar maken (in het Grieks staat het woord doxa, traditioneel vertaald met ‘heerlijkheid’ of ‘glorie’). Waaruit zal die openbaring van Gods grootheid dan bestaan?
De evangelist Johannes werkt toe naar een dramatisch hoogtepunt.
Het uur blijkt niet één moment te zijn, maar een omvattende gebeurtenis, een passage, die begint met de uitlevering van Jezus aan een cohort soldaten en aan dienaren van het Sanhedrin, en via het proces van ondervraging en vernedering (Zie de mens!) over de kruisiging (Het is volbracht!) verder gaat tot aan het lege graf en de verschijning van Jezus aan Maria Magdalena en aan de leerlingen (Johannes 18-20).
Het is het uur waarop Jezus zijn Vader verheerlijkt – aan het kruis! – en waarop de Vader Jezus verheerlijkt door hem op te wekken uit de doden. En wie is die verheerlijkte Jezus? Het is de Verrezene, maar wel mét de wonden van het kruis.
Jouw uur heeft al geslagen
We bidden misschien allemaal wel eens het ‘Weesgegroet’ en vragen aan Maria om voor ons te bidden ‘in het uur van onze dood’. Nu je weet wat er bij Jezus in dat uur allemaal meeklinkt, kan je ook jouw eigen uur breder interpreteren. Misschien gaat het niet alleen over je einde, maar ook een moment waarop jij God kan ‘verheerlijken’ door je leven in vertrouwen neer te leggen. Zo kan het onvermijdelijke sterven ook een mooi moment zijn.
Je sterft zoals je geleefd hebt, klinkt een oude wijsheid. Je hele leven kan een bijdrage zijn aan dat ultieme opgaan naar de Vader.