Bijbel van A tot Z ~ V van verborgen
Hoe ervaar jij God in je leven? Zo'n vraag is met discretie en met verwondering omgeven. Hoe kan het dat de ene mens zegt nooit ofte nimmer iets van ‘God’ ervaren te hebben, terwijl een ander het tegenovergestelde beweert?
God is een kracht en werkt als Geest, dus haast onhoorbaar en onzichtbaar. Je komt Hem/Haar op het spoor door aandachtig te leven, door goed te kijken naar wat er gebeurt, door veel te luisteren, door de schepping en de mensen die je ontmoet met liefde te bejegenen. Maar ook dan is de ontmoeting niet gegarandeerd. Of misschien gebruiken we andere namen, die iets met God van doen hebben: God als energie, als inspiratie, als bron, als licht, als visioen…
God dringt zich blijkbaar niet op aan de mensen.
Dat kunnen we begrijpen, want alles van echte waarde is weerloos, kwetsbaar en nederig. Iets groots dat zozeer door liefde is bepaald, dringt zich niet op. God laat zich gevoelen en op het spoor komen, maar dringt zich niet op.
Heilige Schrift als (moeilijke) vindplaats
Natuurlijk hebben joden en christenen nog iets anders in de hand om God op het spoor te komen: het woord van de profeten dat is neergeslagen in de Heilige Schrift. Maar ook deze piste is lang niet evident, want ze vraagt om geloof of het vertrouwen dat in deze geschiedenis en woorden de aanwezigheid van God te bespeuren valt.
Wie zich aan dit woord toevertrouwt, gaat deel uitmaken van een eeuwen omspannende gemeenschap van Godzoekers. De eigen vragen, twijfels en overtuigingen krijgen een klankbord en worden zo gevoed met inzichten en verdiept geloof.
Het is vandaag niet evident om met een bepaalde onbevangenheid de Heilige Schrift tegemoet te treden. De ‘meesters van de argwaan’, zoals Marx, Nietzsche en Freud, hebben zich met hun analyses in ons hoofd genesteld en de toegang tot het hart versperd. Voor ons, westerlingen, maakt dit het spontaan geloven moeilijker.
Twijfel en onzekerheid zijn heel eigen aan het Godsgeloof.
God in een droom
Er is een sterk verhaal over de aartsvader Jakob die door angsten wordt overvallen en twijfelt aan de (geloofs)weg die hij moet gaan. Hem overkomt iets bijzonders wanneer hij op het punt staat het land van belofte te verlaten. Hij is op de vlucht voor zijn broer Esau, die hij dubbel en dwars bedrogen heeft. Op de grens van het land houdt hij halt. Nu moet hij de oversteek naar het onbekende wagen en het aan Abraham beloofde land verlaten. Zal God dan nog met Jakob zijn?
In zijn slaap krijgt Jakob een droom. Hij ziet een ladder die tot in de hemel reikt en waarop engelen opstijgen en afdalen. De volgorde van die woorden kan verbazen, zo merkt een Joods commentaar op, die dit als volgt verklaart. Eerst zijn er de engelen die opstijgen: dat zijn de engelen van het beloofde land die Jakob verlaten. Ze verbeelden zijn angst. Maar er zijn andere engelen die naar Jakob toekomen: zij zullen bij hem zijn nu hij een onzekere toekomst tegemoet gaat. Angst en hoop gaan samen op.
Wanneer Jakob wakker wordt, beseft hij dat zijn droom een diepe betekenis heeft. En hij roept uit: ‘Op deze plaats is de Ontzagwekkende aanwezig, en ik wist het niet!’ (Genesis 28,16).
God werkt vanuit het verborgene, maar komt op onverwachte momenten aan het licht.
Jakob is zo vervuld van wat hem is overkomen, dat hij de plaats van deze gebeurtenis wil markeren. Hij neemt de steen waarop hij zijn hoofd had gelegd, zet hem rechtop en wijdt de steen met olie. Dan zegt hij: ‘Dit is niets anders dan het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!’ (vers 17) En daarom geeft hij aan die plaats de naam Beet-El: Huis-van God.
Ook Jezus ervaart Gods verborgenheid
Jezus heeft weet van de verborgenheid van God. Hij ervaart deze verborgenheid aan het kruis: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’ (Marcus 15,34). Maar hij laat aan zijn leerlingen ook weten dat God, hoewel vaak verborgen, toch werkt vanuit deze verborgenheid:
- Als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (Matteüs 6,6)
Het mooie is hier dat het verborgen handelen van God afgestemd is op de mens die ‘in het verborgene’ aalmoezen geeft (Mt 6,3-4) en in het verborgene bidt!