Aswoensdag – ‘De mens is (letterlijk) maar een nietig stofje’
Je bent stof en tot stof keer je terug. Deze uitspraak van God bij de verjaging van de mens uit het paradijs (Genesis 3,19) staat centraal in de viering van Aswoensdag. De priester citeert hem telkens opnieuw bij het opleggen van het askruisje aan de gelovigen (tenzij hij kiest voor het meer bemoedigende alternatief uit Marcus (1,15), een uitspraak van Jezus aan het begin van zijn openbaar optreden: Bekeer u en geloof in de blijde boodschap).
Stof zijn we dus, meer bepaald zelfs sterrenstof, zo leren we van Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Die zin uit Genesis verbindt ons met de hele kosmos. En dat maakt hem zo inspirerend voor deze tijd, vindt hij.
Hoe moeten we precies begrijpen dat de mens van sterrenstof is gemaakt?
Heino Falcke • Alles op aarde en in het heelal bestaat uit materiaal uit de kern van een ster. Als een ster sterft, komt zijn materie in het heelal terecht. Daaruit worden weer nieuwe sterren en planeten geboren, zoals ooit onze aardbol. Elk koolstofatoom in ons lichaam ontstond dus ooit in het hete inwendige van een ster. We zijn van precies hetzelfde basismateriaal gemaakt als een bloem of de maan. Of zelfs een balpen.
We maken dus letterlijk deel uit van de kosmos?
Alles is verbonden. Na onze dood wordt ons lichaam terug deel van de aarde. Het is stof dat ooit weer opwaait en op iemands boekenkast terechtkomt. De cyclus van een mensenleven onderscheidt zich niet van de cyclus van een dier of planeet. Dat is een heel diep principe van de natuur.
Je kan het leven niet zien zonder het overlijden.
Dat vind ik zo bijzonder aan de viering van Aswoensdag: ze neemt die cyclus ernstig. Het leven van Jezus staat niet los van zijn sterven. En ons leven staat niet los van zijn leven en sterven.
Opvallend toch hoe die Bijbelse uitspraak aansluit bij de wetenschap?
De schrijvers van de Bijbel hebben goed naar de natuur gekeken en daar lessen uit getrokken. Ze kenden die kringloop en begrepen dat het voor de mens niet anders was. Empirische wetenschap zouden we dat vandaag noemen. Die stond helemaal niet op gespannen voet met het geloof. Als Schepper van alles kon God evengoed door de natuurwetten heen spreken. Die verbondenheid was vanzelfsprekend.
Het inzicht van de wetenschap in de cyclus van sterren en de functie van sterrenstof is relatief jong: zo’n vijftig jaar. Ze geeft de Bijbelse uitspraak van Aswoensdag een grotere samenhang.
Is de mens in de ogen van een sterrenkundige geen heel nietig wezen?
Inderdaad. We zijn een ongelooflijk nietig stukje stof op een aardbol die ook maar een nietig stofje is in een almaar uitdijend heelal. Want zelfs onze zon is niet het middelpunt van het heelal. Er zijn honderden miljarden planeten in ontelbare sterrenstelsels. We leven niet in een universum, maar in een multiversum.
De mens is een korreltje stof op een korreltje stof in de woestijn van het heelal.
En toch zijn we ook meer dan alleen maar een stofje: we zijn een geliefd stukje stof. Ook dat is de boodschap van Aswoensdag.
Hoe kan deze zin uit Genesis de mens anno 2023 in de juiste stemming brengen voor de weg naar Pasen?
Het is goed dat we er geregeld aan herinnerd worden dat we ‘gewoon’ zijn. Die nederigheid maakt dat we ons verbonden kunnen voelen met anderen en met het hele ecosysteem.
Pas in die nederigheid kun je ontdekken waar je echte waardigheid ligt.
Je mag leven en liefhebben voor een bepaalde tijd. Wat doe je ermee?
Kan de wetenschap de mens ooit onsterfelijk maken?
Het is gek dat de hedendaagse mens, die zo gesteld is op rationaliteit en wetenschap, toch zo voorbij loopt aan de realiteit van de eindigheid van alles. Er zijn inderdaad wetenschappers die dromen van de onsterfelijkheid van de mens. Ze gaan zo voorbij aan de basiswetten van de natuur.
Hoe zou de mens onsterfelijk kunnen zijn in een sterfelijk ecosysteem? Ook onze zon leeft niet eeuwig!
Dat is pure hoogmoed, de toren van Babel. De vergankelijkheid van de mens is ingebakken in de fundamentele natuurwetten.
Ook onze kennis is beperkt, hoe ver hij ook al reikt. Als sterrenkundige weet ik: we kunnen nooit alwetend worden. Zelfs als we met de snelheid van het licht konden reizen, kunnen we de grenzen van het heelal nooit bereiken.
Hoe beleeft u de vastentijd zelf?
Het lijkt misschien een sombere tijd, maar ze eindigt met de wederopstanding van Christus. Met die verwachting leef je toe naar Pasen, terwijl je het in de natuur al ziet gebeuren: langzaam ontluikt het leven weer.
Ik kan daar zo van genieten, vooral vanuit het besef dat het allemaal kwetsbaar en eindig is.
Nu lijken de bomen nog dood, maar tegen Pasen staan er weer knoppen aan de kale takken.
Ook mijn leven komt ooit ten einde. Ik heb daar in mijn hoofd al vrede mee, maar zal ik dan ook echt kunnen loslaten in vertrouwen? Of zal ik toch bang zijn in mijn laatste uren? Het is goed dat ik me daar elk jaar een beetje op kan voorbereiden.