In de kerk lopen we voortdurend rondjes [column]
Af en toe overkomt het me, ergens op een stoep of een straathoek. Dan besef ik opeens dat ik op precies dezelfde plek sta als waar ik lang geleden, in wat bijna een ander leven lijkt, ook al eens was.
Ik loop door de straat waar ik als 18-jarige op kot ging. Toen haastig op weg naar de les of naar het studentenrestaurant, nu kuierend achter een wandelwagen met kleindochter. Wat zou het fijn geweest zijn als ik mezelf toen heel even in de toekomst had kunnen zien!
Om even te zwaaien naar mijn toekomstige zelf.
Ik sla de hoek om waar ik ooit stond te kussen met de jongen die daarna mijn wederhelft is geworden. Misschien moeten we dat daar gauw nog eens overdoen, of zou hij dat niet meer zien zitten, zo’n publieke zoen?
Of ik loop over het marktplein van de stad waar ik jarenlang lesgaf en waar ik in een springuur vaak tomaten of witloof ging kopen op de markt. Nu kom ik hier alleen nog op bezoek en de tieners bij de bushalte zijn wellicht kinderen van mijn leerlingen van toen.
Telkens voel ik nog haarscherp hoe serieus het leven toen was.
Allemaal dringende zaken die ik moest regelen. Problemen om op te lossen. Een half leven later lijkt het een beetje lachwekkend dat ik er zo in kon opgaan. Het is inmiddels zes kinderen en twee kleinkinderen later, een ouder minder, een huis leger, met wat strammere knoken.
Wat toen levensbelangrijk was, lijkt nu futiel of voorbij.
Tegelijk kijk ik naar voor. Wellicht loop ik nu ook al over stoepen en gangen waar ik later met rollator of rolstoel zal rondscharrelen. In gedachten zwaai ik alvast even naar mijn oudere zelf, als ik ooit het geluk heb om dan nog op aarde te mogen zijn.
In de kerk lopen we voortdurend rondjes.
Elk jaar opnieuw kijken we uit naar de geboorte van Jezus met Kerstmis. Alsof het voor de eerste keer is, en dat is het ook altijd een beetje. In de vasten keren we ons opnieuw naar de bron en we leven mee met het lijden van Jezus in de goede week en met zijn nieuwe leven met Pasen. Ik herinner me nog hoe ik als tiener op Goede Vrijdag verdriet had om de pijn van Jezus. Hoe ik later de kracht ontdekte van elkaars voeten wassen op Witte Donderdag.
Elk jaar neem ik al die herinneringen mee. Zo wordt het jaar op dezelfde dagen steeds rijker.
Misschien lopen we dus geen kringetjes in ons leven of in ons geloof, maar spiralen. We komen op hetzelfde punt, maar we borduren verder op wat we al beleefden. Zo groeien we dichter naar de kern. Zo trekken we dag na dag een spoor door de tijd, langs andere en dezelfde plaatsen. Tot we uiteindelijk rust vinden bij God.